Goedkeuring vaststellen aangepast meerjarenplan herziening 4 - deel gemeente Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ronald Kenis Nicky Plaisier Kristien Treunen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Eric Martens Mathy Vanbrabant Els Robeyns Marina Scholts Frank Cornitensis Gerda Missotten Willy Bex Benny Maes Stéphanie Billen Marc Weeghmans Gerry Briers Sandra Jans Stijn Vandersmissen aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De raad stelt het deel GEMEENTE van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 gemeente en OCMW Wellen vast, bestaande uit de strategische nota, financiële nota en toelichting, dewelke als bijlage toegevoegd worden aan dit besluit
Art. 2 De raad stelt de gevraagde aanpassingen op de kredieten van het lopende boekjaar 2022 vast van het deel GEMEENTE van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 gemeente en OCMW Wellen.
Art. 3 De raad stelt de beginkredieten van het volgende boekjaar 2023 van het deel GEMEENTE van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 gemeente en OCMW Wellen vast.
Goedkeuren aangepast meerjarenplan herzienin 4 deel OCMW Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Eric Martens Luc Knuts Els Robeyns Ellen Punie Kristien Treunen Nicky Plaisier Gerda Missotten Marina Scholts Ronald Kenis Ilse Bosmans Mathy Vanbrabant Frank Cornitensis Benny Maes Willy Bex Stijn Vandersmissen Sandra Jans Marc Weeghmans Gerry Briers Stéphanie Billen aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De raad keurt het deel OCMW van van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 voor gemeente en OCMW Wellen goed, bestaande uit de strategische nota, financiële nota en toelichting, dewelke als bijlage toegevoegd worden aan dit besluit
Art. 2 De raad keurt de gevraagde aanpassingen op de kredieten van het lopende boekjaar 2022 goed van het deel OCMW van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 voor gemeente en OCMW Wellen.
Art. 3 De raad keurt de beginkredieten van het volgende boekjaar 2023 van het deel OCMW van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 voor gemeente en OCMW Wellen goed.
Art. 4 Deze goedkeuring stelt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 4 gemeente en OCMW Wellen in zijn geheel definitief vast.
De raad beslist:
Art 1 Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het betreffend aanslagjaar.
Art 2 De belasting wordt vastgesteld op 7,8 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar, dus in 2022.
Art 3 De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het Bestuur der Directe Belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Art 4 Dit besluit dient zo vlug mogelijk ondertekend overgemaakt te worden aan:
● de provinciegouverneur
● FOD FINANCIEN
Stafdienst Beleidsexpertise en -ondersteuning
Studie- en documentatiedienst
Cel Begroting, fiscale ontvangsten en statistiek
North Galaxy - Toren B 25e verdieping
Koning Albert II-laan 33, bus 73
1030 Brussel
E-mail: anneliese.dhaeseleer@minfin.fed.be
Goedkeuren Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ilse Bosmans Gerda Missotten Kristien Treunen Ellen Punie Els Robeyns Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Luc Knuts Nicky Plaisier Eric Martens Ronald Kenis Marina Scholts Gerry Briers Sandra Jans Marc Weeghmans Stéphanie Billen Stijn Vandersmissen Benny Maes Willy Bex aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 5 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2023 ten laste van de nijverheids-, handels- en landbouwondernemingen een belasting van € 9,92 per kilowatt geheven op motoren, ongeacht de brandstof of de energie die deze motoren in beweging brengt. De belasting is verschuldigd voor de motoren die door de belastingplichtige gebruikt worden voor de uitbating van de zetel of exploitatie-eenheid van de onderneming. Dient als exploitatie-eenheid beschouwd, iedere inrichting of werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van tenminste drie maanden op het grondgebied van de gemeente is gevestigd.
De belasting is echter niet verschuldigd aan de gemeente waar de zetel van de onderneming gevestigd is, voor de motoren, gebruikt in een exploitatie-eenheid in de mate waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar de exploitatie-eenheid is gevestigd.
Wanneer hetzij de zetel, hetzij een exploitatie-eenheid geregeld en op duurzame wijze een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met een of meer exploitatie-eenheden of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd indien hetzij de zetel, hetzij de voornaamste exploitatie-eenheid gevestigd is in de gemeente. De door de tijdelijke vennootschap verschuldigde belasting wordt ten laste van deze ingevorderd of ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten. Na de ontbinding van de tijdelijke vennootschap zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten, hoofdelijk mede de nog in te vorderen belasting verschuldigd .
Art. 2 De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motoren geplaatst of gebruikt tijdens het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de belasting slaat.
Bij stopzetting van bedrijf in de loop van het jaar wordt er een bijzondere bijkomende aanslag gevestigd, berekend op basis van de belastbare motoren geplaatst en gebruikt tijdens het jaar of jaargedeelte waarin de bedrijfsstopzetting plaats heeft. De belastingplichtigen die onder toepassing vallen van deze bepaling zijn verplicht uiterlijk acht dagen na de stopzetting van het bedrijf hiervan aangifte te doen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
De grondslagen van de belasting zijn de volgende :
a. Beschikt de onderneming slechts over één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de drijfkracht opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot het plaatsen van de motor wordt verleend of akte van die plaatsing gegeven wordt.
b. Beschikt de onderneming over verscheidene motoren, dan wordt de belastbare drijfkracht vastgesteld op grond van de som van de krachten – opgegeven in de besluiten waarbij vergunning tot het plaatsen gegeven wordt – vermenigvuldigd met een simultaancoëfficiënt die verandert volgens het aantal motoren.
Deze coëfficiënt, gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met dertig motoren, met 1/100 van de eenheid, per bijkomende motor verminderd en blijft daarna vast en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer.
Voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de stopzetting plaats heeft, of voor een nieuwe onderneming met de datum van inwerkstelling. De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg tussen de belastingplichtige en het College van Burgemeester en Schepenen. Bij onenigheid staat het de belastingplichtige vrij een tegenonderzoek uit te lokken.
De bepalingen van dit artikel zijn toepasselijk door de gemeente naar rata van het aantal door haar belaste motoren.
Art. 3 Is van belasting vrijgesteld :
1. Elke onderneming waarvan de totale belastbare drijfkracht wordt vastgesteld als zijnde minder of gelijk aan 250 kilowatt.
2.
a. De motor die heel het jaar stil ligt. Het tijdelijk stilleggen voor een ononderbroken periode gelijk aan of langer dan één maand, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motor heeft stilgelegen. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de R.V.A. een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen .
De verplichte vakantieperiode wordt niet in aanmerking genomen voor het bekomen van deze gedeeltelijke vermindering.
In geval van vermindering wegens tijdelijk stilliggen, blijft voor deze motor de simultaancoëfficiënt gelden die op de onderneming van toepassing is.
Geen belastingvermindering kan aan de belanghebbende verleend worden, tenzij op grond van ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten die aan het gemeentebestuur enerzijds de datum van het stilleggen en anderzijds de datum van het terug in werking stellen van de motor bekend maken.
Voor het berekenen van de belastingvermindering gaat dit stilliggen van de motor pas in na ontvangst van het eerste bericht.
De bouwondernemingen, die een regelmatige boekhouding bijhouden, kunnen na een uitdrukkelijk verzoek, gemachtigd worden het stilliggen van de motoren te rechtvaardigen door het bijhouden van een inschrijvingsboekje waarin de begin- en einddatum van het stilleggen van elke motor en de werf waar hij normaal gebruikt wordt, ingeschreven worden. Op het einde van het jaar vult de aannemer zijn verklaring in op basis van de aanduidingen in dit inschrijvingsboekje. De nauwkeurigheid van deze inschrijvingen kan op elk ogenblik nagegaan worden.
Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de inactiviteit gedurende een periode van vier weken, gevolgd door een activiteitsperiode van één week, als het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken.
b. De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld.
c. De motor van een draagbaar toestel.
d. De motor die een elektrische generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met wat nodig is voor het drijven van de generator.
e. De persluchtmotor.
f. De motoren die in een drukstation gebruikt worden om de compressoren aan te drijven die instaan voor het drukregime in de vervoerleidingen voor aardgas.
g. De motorkracht die uitsluitend wordt gebruikt voor toestellen tot wateruitputting, wat ook de oorsprong ervan is, verluchting en verlichting.
h. De hulpmotor, d.w.z. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, wanneer zijn werking niet voor gevolg heeft de produktie te verhogen.
i. De wisselmotor, d.w.z. die welke uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een ander die hij tijdelijk moet vervangen.
De hulp- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om gelijktijdig met de normaal gebruikte motoren te werken en dit gedurende de tijd nodig om de voortzetting van de produktie te verzekeren.
Art. 4 De motoren, die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilliggen gedurende het ganse jaar evenals degene die bij de toepassing van de leden b. tot i. van artikel 3 vrijgesteld zijn, komen niet in aanmerking voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt van de installatie van de belastingplichtige.
Art. 5 Aan nieuw opgerichte nijverheidsbedrijven of fabrieken wordt gedurende maximum 5 opeenvolgende jaren, teruggave of vrijstelling van de belasting verleend. Dit laatste is enkel het geval als de volgende voorwaarden vervuld worden:
a. In de loop van het belastingjaar een bezoldigingsbedrag aan in België gedomicilieerde werknemers vereffend hebben, overeenstemmende met ten minste 2.500 werkdagen of hiermee gelijkgestelde dagen.
b. Vrijgesteld zijn van de onroerende voorheffing op de onroerende goederen, opgericht op het grondgebied van de gemeente en die werkelijk het voorwerp uitgemaakt hebben van de investeringen, zowel voor de gebouwen als voor materieel en de outillage, onroerend van nature of door bestemming, ingeschreven in de kadastrale documenten.
c. binnen twee maanden na het verstrijken van het belastingjaar een verzoek om ontheffing doen bij het College van Burgemeester en Schepenen en dit verzoek kunnen staven met bewijsstukken.
Van deze ontheffing kan niet genoten worden :
a. door bedrijven, die zich binnen het grondgebied van de gemeente verplaatsen;
b. wanneer een bedrijf opgericht wordt door wijziging, samenvoeging of splitsing juridisch of hoe dan ook, van bestaande bedrijven, op het grondgebied van de gemeente.
Art. 6 Wanneer de fabricagemachines wegens een ongeval niet in staat zijn om meer dan 80 % van de door een belastbare motor geleverde kracht te gebruiken, zal de belastingplichtige slechts belast worden op de verbruikte kracht van de motor uitgedrukt in kilowatt, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit ten minste drie maanden geduurd heeft en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden aangewend werd.
Om van deze vermindering te genieten, moet de belastingplichtige aan het gemeentebestuur een bericht gegeven hebben, hetzij aangetekend, hetzij afgeleverd tegen ontvangstbewijs. Dat bericht bevat naast de datum van de datum van het ongeval ook die van het opnieuw aanzetten van de motor.
Voor de berekening van de belastingvermindering gaat de datum van het stilliggen van de motor slechts in vanaf de ontvangst van het eerste bericht.
De aanvrager moet bovendien op het eerste verzoek aan het gemeentebestuur alle stukken voorleggen waardoor de juistheid van zijn verklaringen kan nagegaan worden.
Wanneer een motor buiten gebruik gesteld wordt wegens ongeval, moet dat binnen acht dagen, aan het gemeentebestuur bekendgemaakt worden, op straf van verlies van het recht op belastingvermindering.
Art. 7 Wanneer de installaties van een onderneming voorzien zijn van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen, waarvan de metingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en wanneer dat bedrijf ook belast werd op grond van wat in de artikels 1 en 6 bepaald wordt gedurende een periode van ten minste twee jaar, dan wordt het bedrag van de belastingen van de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie van het ene jaar tot het andere, van de rekenkundig gemiddelde van de twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens.
Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingjaar op grond van de inhoud van artikels 1 tot 6 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar; deze verhouding wordt “verhoudingsfactor” genoemd.
Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde van de twaalf maximumkwartvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor.
De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van het refertejaar, d.w.z. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor.
Bedraagt dit verschil meer dan 20 % dan telt het bestuur de belastbare elementen om een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen.
Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moet de exploitant voor 31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartvermogen, die in zijn installaties werden opgenomen tijdens dat jaar, voorafgaande aan het jaar wanneer hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt; hij moet er zich bovendien toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave van de maandelijkse waarden van het maximumvermogen van het belastingjaar te voegen en het bestuur toe te laten steeds de in zijn installatie gedane metingen van het maximumvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie, te controleren.
De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een periode van vijf jaar.
Behalve bij verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken van die periode, wordt deze stilzwijgend verlengd voor een nieuwe periode van vijf jaar.
Art. 8 De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier hen toegezonden door het gemeentebestuur. Dit formulier dient voor de erin vermelde dag teruggezonden te worden.
Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor 01.05.2023 spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.
Art. 9 De exploitant dient de eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren, die zich in de loop van het jaar voorgedaan hebben, aan het gemeentebestuur bekend te maken, behalve wanneer de onderneming op geldige wijze de regeling, bedoeld van artikel 7 heeft gekozen.
Art.10 Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50 % en wordt ook ingekohierd.
Art. 11 Artikel 5 van het decreet verleent de bevoegdheid tot het stellen van alle nodige fiscale onderzoeks- en controleverrichtingen in verband met de toepassing van de belastingverordening en de bepalingen, vermeld in de artikelen 6 en 7 van het decreet.
De bevoegde personeelsleden van de gemeente moeten daartoe speciaal worden aangesteld door respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.
Het kunnen zowel personeelsleden in statutair of in contractueel verband zijn.
Het proces-verbaal dat deze personeelsleden opmaken heeft bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Hierdoor wordt er een bijzondere bewijswaarde aan verleend zodat het controlerend personeelslid een bevoorrechte getuigenis kan leveren die de rechter niet naast zich kan neerleggen, tenzij het tegendeel bewezen wordt. De bewijslast wordt dus verlegd van de overheid naar de belastingplichtige.
Artikel 6 van het decreet regelt de bevoegdheden van de controlerende personeelsleden bedoeld in artikel 5.
De verplichting tot het voorleggen van boeken en bescheiden geldt niet alleen voor de belastingplichtigen, maar ook voor derden, met name voor iedereen die over dergelijke boeken of bescheiden zou beschikken.
De controlerende personeelsleden beschikken over een speciaal toegangsrecht, eventueel mits machtiging van de politierechter. Een machtiging is niet nodig indien uit vrije wil toegang wordt verleend. Het spreekt voor zich dat in dit verband geen enkel misbruik vanwege de controlerende personeelsleden kan worden aanvaard.
De financieel beheerder kan niet worden aangesteld als controlerend personeelslid.
Art. 12 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 13 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bewaar schift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 14 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 15 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2023 ten voordele van de gemeente een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de dragende verticale constructies en masten met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op het grondgebied van de gemeente bevinden.
Art. 2 Voor de toepassing van dit reglement moet er onder verticale constructie worden verstaan, elke individuele op zichzelf staande verticale structuur, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht is op het niveau van het maaiveld en die hoofdzakelijk dient als draagstructuur voor lichtinstallaties, geluidsinstallaties, transport van energie, ...
Art. 3 De belasting is verschuldigd door de eigenaar - rechtspersoon of natuurlijke persoon - van de dragende constructie of mast op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 4 De belasting wordt vastgesteld op een vast bedrag van 2.500 euro per jaar per mast of constructie.
Vrijstelling wordt verleend voor constructies die gebruikt worden :
- om groene stroom of windenergie op te wekken.
- door VZW's voor de uitbating van het maatschappelijk doel van hun vereniging zijnde het beoefenen van sportieve activiteiten, recreatie, enz.
- door openbare besturen en andere openbare instellingen.
Art. 5 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem/haar, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de er in vermelde datum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier ontvangen heeft, is er toe gehouden uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het aanslagjaar een aangifteformulier aan te vragen.
Art. 6 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vermelde termijn of bij onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast.
In geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens waarover de administratie beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd alsook het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving door het college, om zijn/haar opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Art. 7 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve gevestigde belasting wordt verhoogd met 10% en samen ingekohierd met de hoofdsom.
Art. 8 De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 10 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bewaar schift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 11 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 12 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2023 ten voordele van de gemeente een jaarlijkse directe belasting gevestigd op de tweede verblijven, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven zijn.
Art. 2 Onder tweede verblijf moet worden verstaan elke private woongelegenheid waarvan de persoon die er kan wonen, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitenverblijven, optrekjes, chalets, wooncaravans of alle andere vaste woongelegenheden.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd :
- lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van
beroepsactiviteiten;
- tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.
Art. 3 Onder wooncaravans moet verstaan worden de caravans die technisch niet gemaakt zijn om voortgetrokken te worden, en waarvan het chassis en het type van wielen het voortslepen niet zouden verdragen.
Met verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden alle soorten van caravans bedoeld zoals caravans met een enkel stel wielen, de “semi-wooncaravans” met een dubbel stel wielen, de woonwagens en de caravans waarmee de kermisreizigers rondtrekken.
Art. 4 Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op € 125,00 per jaar en per tweede verblijf.
Art. 5 De belasting is verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf; de hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld. In geval van mede-eigendom is de mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn wettelijk aandeel.
Art. 6 De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier hen toegezonden door het gemeentebestuur. Dit formulier dient voor de erin vermelde dag teruggezonden te worden.
Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor 01.05.2023 spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.
Art. 7 Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor de dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50 % en wordt ook ingekohierd.
Art. 8 Artikel 5 van het decreet verleent de bevoegdheid tot het stellen van alle nodige fiscale onderzoeks- en controleverrichtingen in verband met de toepassing van de belastingverordening en de bepalingen, vermeld in de artikelen 6 en 7 van het decreet.
De bevoegde personeelsleden van de gemeente moeten daartoe speciaal worden aangesteld door respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.
Het kunnen zowel personeelsleden in statutair of in contractueel verband zijn.
Het proces-verbaal dat deze personeelsleden opmaken heeft bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Hierdoor wordt er een bijzondere bewijswaarde aan verleend zodat het controlerend personeelslid een bevoorrechte getuigenis kan leveren die de rechter niet naast zich kan neerleggen, tenzij het tegendeel bewezen wordt. De bewijslast wordt dus verlegd van de overheid naar de belastingplichtige.
Artikel 6 van het decreet regelt de bevoegdheden van de controlerende personeelsleden bedoeld in artikel 5. De verplichting tot het voorleggen van boeken en bescheiden geldt niet alleen voor de belastingplichtigen, maar ook voor derden, met name voor iedereen die over dergelijke boeken of bescheiden zou beschikken.
De controlerende personeelsleden beschikken over een speciaal toegangsrecht, eventueel mits machtiging van de politierechter. Een machtiging is niet nodig indien uit vrije wil toegang wordt verleend. Het spreekt voor zich dat in dit verband geen enkel misbruik vanwege de controlerende personeelsleden kan worden aanvaard.
Art. 9 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 10 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 11 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 12 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 13 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor een termijn eindigend op 31 december 2023 een belasting geheven op het niet maximaal afkoppelen van hemel- en afvalwater op privaat domein bij de aanleg van een 2DWA stelsel op openbaar domein.
Art. 2 De realisatie van de maximale afkoppeling op privaat domein dient uiterlijk plaats te vinden bij het einde der werken op openbaar domein.
De vaststelling van het niet maximaal afkoppelen van hemel- en afvalwater op privaat domein bij de aanleg van een 2DWA stelsel op openbaar domein gebeurt door een personeelslid aangesteld door het college van burgemeester en schepenen om een controle en onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de belastingverordening. Het personeelslid stelt een proces-verbaal op.
Art. 3 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van een gebouw die – naar aanleiding van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel op het openbaar domein – het hemel- en afvalwater niet maximaal afkoppelt. De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4 De belasting wordt berekend als volgt:
- Voor de eerste 12 maanden na beëindiging der werken aan het openbaar rioolstelsel: een forfaitair bedrag van 100 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privé-terrein niet maximaal werd gerealiseerd.
- Vanaf de 13 de maand na beëindiging der werken aan het openbaar rioolstelsel: een forfaitair bedrag van 200 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privé-terrein niet maximaal werd gerealiseerd.
Art. 5 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op basis van het proces-verbaal van niet afkoppeling zoals opgesteld door een personeelslid daartoe speciaal aangesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 6 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 7 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 8 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Goedkeuring Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ronald Kenis Benny Maes Willy Bex Frank Cornitensis Marina Scholts Mathy Vanbrabant Kristien Treunen Els Robeyns Gerda Missotten Gerry Briers Ilse Bosmans Ellen Punie Nicky Plaisier Eric Martens Luc Knuts Marc Weeghmans Stéphanie Billen Sandra Jans Stijn Vandersmissen aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor een termijn, die eindigt op 31 december 2023 inbegrepen, een indirecte belasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur, van allerlei administratieve stukken.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
Deze verordening is niet toepasselijk op het afleveren van stukken die onderworpen zijn aan de betaling van een bijzonder recht ten voordele van de gemeente krachtens een wet, een algemeen of provinciaal reglement of een bijzonder gemeentelijk reglement.
Art. 2 Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt :
I IDENTITEITSDOCUMENTEN |
| ||
A. Normale procedure | Kostprijs | Gemeente- lijke Belasting | TOTAAL
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in art. 1 eerste lid, 1° | € 18,30
| € 2,00
| € 20,30
|
Elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, bedoeld in art. 1, eerste lid, 3° | € 7,30
| € 0,00
| € 7,30
|
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, f tot i | € 18,30 | € 2,00 | € 20,30 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, a tot e, m en n | € 18,80
| € 2,00
| € 20,80
|
B. Spoedprocedure met levering in de gemeente | kostprijs | Gemeente- lijke Belasting | TOTAAL
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in art. 1, eerste lid, 1° en 2° | € 111,80 | € 2,00 | € 113,80 |
Elektronische identiteitskaarten voor Belgische kinderen onder twaalf jaar, bedoeld in art. 1, eerste lid, 3° | € 100,80
| € 0,00 | € 100,80
|
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, f tot i | € 111,80 | € 2,00 | € 113,80 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, a tot e, m en n
| € 111,80 | € 2,00 | € 113,80 |
C. Spoedprocedure met gecentraliseerde levering bij FOD Binnenlandse Zaken |
|
|
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in art. 1, eerste lid, 1° en 2° | € 147,10 | € 2,00 | € 149,10 |
Elektronische identiteitskaarten voor Belgische kinderen onder 12 jaar, bedoeld in art. 1, eerste lid, 3° | € 136,20 | €0,00 | € 136,20 |
F. Attest van immatriculatie |
|
|
|
attest van immatriculatie | € 0,80 | € 2,00 | € 2,80 |
II REISPASPOORTEN | |||
BELGEN | |||
A. Normale procedure | Kostprijs | Gemeente- lijke Belasting | TOTAAL |
Volwassenen | € 65,00 | € 5,00
| € 70,00 |
Kinderen tot 18 jaar | € 35,00 | € 0,00 | € 35,00 |
B. Spoedprocedure | Kostprijs | Gemeente- lijke Belasting | TOTAAL |
Volwassenen | € 240,00 | € 5,00
| € 245,00 |
Kinderen tot 18 jaar | € 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
C. Super dringende procedure | € 300,00 | € 5,00 | € 3,00 |
NIET BELGEN |
|
|
|
RD VLUCHTELINGEN |
|
|
|
A. Gewone procedure | Kostprijs | Gemeente- lijke belasting
| TOTAAL |
Meerderjarig | € 61,00 | € 5,00 | € 66,00 |
Minderjarig | € 41,00 | € 0,00 | € 41,00 |
B. Dringende procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke belasting
| TOTAAL |
Meerderjarig | € 230,00 | € 5,00 | € 235,00 |
Minderjarig | 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
RD VREEMDELINGEN |
|
|
|
A. Gewone procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 61,00 | € 5,00 | € 66,00 |
Minderjarig | € 41,00 | € 0,00 | € 41,00 |
B. Dringende procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 230,00 | € 5,00 | € 235,00 |
Minderjarig | € 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
RD STAATSLOZEN |
|
|
|
A. Gewone procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 61,00 | € 5,00 | € 66,00 |
Minderjarig | € 41,00 | € 0,00 | € 41,00 |
B. Dringende procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belating | TOTAAL |
Meerderjarig | € 230,00 | € 5,00 | € 235,00 |
Minderjarig | € 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
III VOORNAAMSVERANDERING |
|
|
|
Voornaamsverandering |
| € 50,00 | € 50,00 |
Transgenders |
| € 5,00 | € 5,00 |
IV RIJBEWIJZEN |
|
|
|
| Kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL |
Rijbewijzen bankkaartmodel | €20,00 | € 5,00 | € 25,00 |
Internationaal rijbewijs | €16,00 | € 4,00 | € 20,00 |
V HUWELIJKSBOEKJES | |||
| Kostprijs | Gemeente- lijke Belasting | TOTAAL |
Huwelijksboekje inclusief belasting op het in het huwelijksboekje voorkomend huwelijksgetuigschrift |
| € 8,00 | € 8,00 |
VI AFLEVEREN /WEIGEREN CONFORMITEITSATTEST AAN NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN DIE HET ATTEST HEEFT AANGEVRAAGD | |||
|
| Gemeente- lijke Belasting | TOTAAL |
Voor een zelfstandige woning |
| € 62,50 | € 62,50 |
Voor een kamerwoning te verhogen met 12,50 € per kamer met een maximum van 1.250 € per gebouw |
| € 12,50 € 1.250
| € 12,50 € 1.250 |
VII AFLEVEREN DOCUMENTEN BETREFFENDE HET INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER | |||
Bestuurderspas individueel bezoldigd €20,00 €0,00 €20,00 personenvervoer |
Art. 3 De belasting wordt ingevorderd bij het afleveren van het document. De personen die onderworpen zijn aan de belasting zijn eveneens verplicht er het bedrag van in bewaring te geven op het ogenblik van de aanvraag, indien het document niet onmiddellijk kan afgeleverd worden.
Er wordt kosteloos een ontvangstbewijs van de in bewaring gegeven sommen afgeleverd.
Art. 4 Contantbelastingen worden onmiddellijk geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs (art. 5, §1van het Decreet). De contantbelasting is onmiddellijk eisbaar. Het bezwaarschrift tegen een contantbelasting moet, conform artikel 9, §1 van het decreet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.
Art. 5 Als de contantbelasting niet kan worden geïnd, wordt de belasting een kohierbelasting: ze wordt dit door opname in een kohier en krijgt vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet (art. 4, §5 van het decreet).
Art. 6 Worden van de belasting vrijgesteld :
a. De stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd ;
b. de stukken die afgeleverd worden aan behoeftige personen, de behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd ;
c. de machtigingen aangaande godsdienstige of politieke manifestaties ;
d. de machtigingen aangaande activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de gemeente ;
e. de stukken die afgeleverd worden aan de gerechtelijke of administratieve overheden, alsook aan instellingen van openbaar nut ;
f. de mededeling van inlichtingen door de politie aan verzekeringsmaatschappijen omtrent het gevolg dat gegeven werd in verband met verkeersongevallen op de openbare weg.
g. de getuigschriften van goed zedelijk gedrag afgegeven door de gemeentebesturen om gevoegd te worden bij een aanvraag van een door de regering ingestelde eervolle onderscheiding
h. geldigverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de NMBS, de NMVB en openbare autobusdiensten ;
i. afgifte van nationaliteitsbewijzen aan de kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen ;
j. de al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen, pas afgestudeerd, laatstejaarsstudenten, leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs en werkzoekende personen van wie het enige inkomen het bestaansminimum is, die bescheiden nodig hebben wanneer ze voor een betrekking solliciteren. Wel is het zo dat de belanghebbenden zelf het bewijs dienen te leveren dat ze voor de vrijstelling in aanmerking komen en dat de bescheiden waarvoor
ze de belastingvrijstelling vragen, bij het solliciteren nodig zijn.
k. inlichtingenformulier naar aanleiding van de verkoop van onroerende goederen :Federale Overheidsdienst Financiën – aankoopcomité.
Art. 7 De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens art. 13 van de wet van 04.07.1956 en het K.B. dd. 20.12.1972 en 12.11.1976.
Art. 8 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 9 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 10 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 11 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2023 voor het opstellen van een foorinrichting die onderworpen is aan een standplaatsrecht een belasting geheven van € 0,50 per m² en € 2,50 per lopende meter ter gelegenheid van Sint-Jan-kermis, met een minimum van €25,00.
Dit minimum wordt, voor wat betreft de autoscooters, gebracht op € 200,00 voor Sint-Jan-kermis.
Echter zal, indien dit wenselijk wordt geacht, het schepencollege kunnen overgaan tot het toewijzen der standplaatsen bij middel van een openbare onderschrijving op basis van het bovenvermeld standplaatsrecht.
Art. 2 De personen die een foorinrichting willen opstellen en over een abonnement beschikken of een standplaats voor 1 jaar toegewezen kregen zullen onmiddellijk het bedrag van het vastgestelde standplaatsrecht als waarborg moeten storten :
- via het ontvangen overschrijvingsformulier vanwege de gemeente op haar financiële rekening, of
- in handen van de gemeenteontvanger of diens afgevaardigde, die hun hiervan kwijting geeft.
Het niet betalen dezer waarborg vernietigt de gegeven toelating.
Art. 3 Contantbelastingen worden onmiddellijk geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs (art. 5, §1).
De contantbelasting is onmiddellijk eisbaar.
Het bezwaarschrift tegen een contantbelasting moet, conform artikel 9, §1, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.
Art. 4 Als de contantbelasting niet kan worden geïnd, wordt de belasting een kohierbelasting: ze wordt dit door opname in een kohier en krijgt vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet (art. 4, §5).
Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 5 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 6 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 7 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 8 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Voor het aanslagjaar 2023 wordt ten behoeve van de gemeente 850 opcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest geheven.
Art. 2 De bovenvermelde opcentiemen zullen geïnd worden samen met de onroerende voorheffing van het Gewest.
Art. 3 Dit besluit dient tijdig te worden bezorgd aan de provinciegouverneur en aan de Vlaamse belastingdienst onroerende voorheffing.
De raad beslist:
Art. 1
Er wordt voor het aanslagjaar 2023 ten voordele van de gemeente Wellen, 50 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen ingevoerd door het decreet van 22 december 1995 betreffende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald Hoofdstuk VIII, afdeling 2 en latere wijzigingen en overgenomen door het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13/12/2013, zoals gewijzigd.
Art. 2
De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Art. 3
Een afschrift van deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Art. 4
Dit besluit wordt vóór 01.03.2023 per aangetekende brief verstuurd naar :
Agentschap Vlaamse Belastingdienst
Dienst financiële opvolging
Koning Albert II-laan 35 bus 62
1030 Brussel
De raad beslist:
Art. 1
Er wordt voor het aanslagjaar 2023 ten voordele van de gemeente Wellen, 50 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarloosde bedrijfsgebouwen.
Art. 2
De gemeente doet een een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen
Art. 3
Een afschrift van deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Art. 4
Dit besluit wordt vóór 01.03.2023 per aangetekende brief verstuurd naar :
Agentschap Vlaamse Belastingdienst
Dienst financiële opvolging
Koning Albert II-laan 35 bus 62
1030 Brussel
De raad beslist :
Art. 1 : Voor een termijn eindigend op 31.12.2023 worden volgende retributies geheven:
a) Voor de ophaling aan huis van huisvuil moet gebruik worden gemaakt van reglementaire huisvuilzakken. Voor de tweewekelijkse ophaling van het huisvuil worden de grijze plastiekzakken geleverd aan:
- € 1,25 per zak van 44 liter oftewel € 12,50 per rol van 10 zakken
- € 0,625 per zak van 22 liter oftewel € 6,25 per rol van 10 zakken
b) Er wordt een retributie aangerekend voor inzameling van gft-afval door middel van een GFT-sticker. De prijs van de GFT-sticker wordt vastgesteld als volgt:
- GFT-container van 40 liter: sticker van € 10
- GFT-container van 120 liter: sticker van € 25
c) Voor de inzameling aan huis van pmd-afval moet gebruik worden gemaakt van pmd-zakken. Voor de tweewekelijkse ophaling van PMD worden deze zakken aangeboden aan:
- € 0,15 per zak van 60 liter of € 3,00 per rol van 20 zakken van 60 liter
- € 0,3 per zak van 120 liter of € 3,00 per rol van 10 zakken van 120 liter (voor scholen + verenigingen)
d) Voor de inzameling van textiel moet gebruik gemaakt worden van textielzakken.
Voor de 2 wekelijkse ophaling van textiel worden deze zakken aangeboden aan : 1 euro per rol van 10 zakken.
e) Op het afleveren van de toegelaten huishoudelijke afvalfracties in het gemeentelijk recyclagepark, gelegen te Smissebroekstraat 68, worden volgende retributies geheven :
* autobanden: - diameter kleiner of gelijk aan 85 cm: € 2,50 per stuk
- diameter groter dan 85 cm: € 12,50 per stuk.
* snoeihout : - levering in containerpark : gratis
- ophaling door de Technische Dienst: € 10,00 per m³
* gemengd groenafval : - € 20,00 per m³
en gazonmaaisel - tot en met 0,5m³ : € 10,00
* vervuild piepschuim: - € 15,00 per m³
en EPS - tot en met 0,5 m³: € 7,50
* grofvuil : - 15 euro per m³
- tot en met 0,5 m³ : 7,5 euro
- verboden om gesloten zakken in de containers te gooien
Via weegbrug op het containerpark gelden volgende tarieven :
* steengruis (zuiver en gemengd bouwpuin) : € 0,01/kg
* gemengd houtafval : € 0,01/kg
!! salons worden geweigerd op het recyclagepark, deze zijn alleen mee te geven met ophaling aan huis via het systeem van de grofvuilstickers ---> via Limburg.net
* zuivere matrassen mogen gratis geleverd worden op het containerpark.
* asbestafval :
Asbest moet steeds verplicht verpakt worden aangeleverd in een van onderstaande verpakkingen:
buisfolie: € 1/ stuk buisfolie van +/- 2,5 m (geschikt voor het verpakken van asbestplaten). Er kunnen maximum 15 stuks per aankoop gekocht worden.
mini-bag: € 1/stuk. Er kunnen maximum 15 stuks per aankoop gekocht worden.
Een set beschermingsmateriaal voor 2 personen kan aangekocht worden aan € 10/stuk Dit kan enkel aangekocht worden ingeval van aankoop buisfolie of mini-bag en er wordt maximaal 1 set beschermingsmateriaal per aankoop van buisfolie of mini-bag verkocht.
Voor de huis-aan-huisophaling van asbestafval geldt het apart reglement betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23.12.2022
f) Kosten voor de afvoer en verwerking van eventueel verontreinigde grond afkomstig van openbaar domein en in opdracht van particulieren : € 70,00 per m³
g) kosten voor ophaling van steenpuin (zuiver of gemengd) door de Technische dienst :
€ 15,00 per m³
h) Kosten voor de afvoer en verwerking van landbouwplastiek : € 151,25 per ton.
De inzameling gebeurt door de plaatsing van een container bij de betrokken landbouwer. Na de afvoer en weging bij de verwerkingsfirma wordt de prijs vastgesteld en een factuur opgemaakt.
i) Verkoop compostbak in kunststof : € 60,00 per stuk
Verkoop compostvat in kunststof : € 30,00 per stuk
MODALITEITEN
De verkoop van compostrecipiënten wordt geregeld volgens de modaliteiten hierna bepaald:
Compostrecipiënten worden rechtstreeks geleverd bij de gemeente en voorgefinancierd door Limburg.net.
Limburg.net stelt individuele facturen op aan de hand van een lijst en verklaart deze ‘voor voldaan’.
LEVERINGEN EN BEHEER
De compostrecipiënten worden besteld bij Limburg.net.
Het gemeentebestuur beheert de compostrecipiënten als een goede huisvader.
Limburg.net maakt per gemeente een rekening aan bij Belfius.
Limburg.net bezorgt aan de gemeente voorgedrukte overschrijvingsformulieren.
- Na verkoop aan de inwoners betaalt de gemeente de verkochte compostbakken en -vaten op de Belfiusrekening.
- De inwoner betaalt in het containerpark met bankcontact de compostbakken en -vaten bij de aankoop.
- De parkwachter houdt volgende informatie bij voor iedere aankoop :
* datum van aankoop;
* naam;
* adres;
* aantal verkochte compostbakken en/of -vaten.
BETALINGSWIJZE
Het gemeentebestuur zorgt voor een adressenlijst van de personen en het aantal recipiënten dat zij hebben gekocht.
Het gemeentebestuur volgt de betalingen van de compostrecipiënten op via Belfiusweb.
Het gemeentebestuur zorgt voor het nazicht van de rekening en het opmaken van een leveringslijst.
Op 31 december van elk jaar wordt de voorraad geteld en deze inventaris wordt aan Limburg.net bezorgd.
Ook worden de al betaalde, maar nog niet afgehaalde of geleverde recipiënten doorgegeven aan Limburg.net.
Art. 2 De toegang tot het gemeentelijk recyclagepark is enkel mogelijk voor inwoners van de gemeente Wellen met behulp van hun eID kaart. Inwoners van andere gemeenten dan Wellen hebben geen toegang tot het recyclagepark, ter plaatse Smissebroekstraat 68. Hierop zal streng toezicht uitgeoefend worden.
Art. 3 Alle betalende fracties dienen contant betaald te worden op het recyclagepark tegen afgifte van een kwitantie, afgeleverd door de toezichthoudende parkwachter. Er worden geen facturen uitgeschreven voor deze afvalstoffen aangeleverd op het recyclagepark.
De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het recyclagepark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende retributie.
Art. 4 Het gemeentebestuur zal haar inwoners in kennis stellen van de plaatsen en modaliteiten waar huisvuilzakken, pmd-zakken, gft-stickers, gft-zakken en grofvuilstickers, verpakkingsmateriaal voor asbest kunnen bekomen worden tegen betaling van de vastgelegde retributie.
Art. 5 Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud, met ingang van 01/12/2023
Art. 6 Dit raadsbesluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet.
Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet verzonden aan de provinciegouverneur.
Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:
• LIMBURG.NET;
• de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
• het Departement Omgeving, Afdeling Handhaving en/of de Vlaamse Minister van Leefmilieu;
De raad beslist:
Artikel 1 :
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijke openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met verwijzing naar de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn :
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2 : Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken.
Zij bedraagt:
1) € 10,24 voor werken in rijwegen
2) € 7,88 voor werken in voetpaden
3) € 4,73 voor werken in aardewegen
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hogervermelde bedrag(en).
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.
Artikel 3 : Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 € per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 € per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij voor 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Deze retributie houdt in dat de gemeente geen enkele andere retributie of belasting heft ten aanzien van de nutsmaatschappij of haar aannemers, bij het afleveren van een vergunning voor het signaleren van werkplaatsen op de openbare weg.
Artikel 4 : Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen
Artikel 5 : Toezicht
Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 6 : Afschrift
Afschrift van onderhavig besluit wordt overgemaakt aan vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
De raad beslist:
Art. 1 Voor een termijn eindigend op 31 december 2023 wordt een retributie geheven bij de aflevering van de machtiging tot organisatie van een manifestatie voor de gevallen waarin de inwoners op de hoogte moeten gebracht worden van gewijzigde verkeersmaatregelen.
Art. 2 Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op € 12,39 voor de kosten van de berichtgeving.
Art. 3 Deze retributie is verschuldigd door de organisator van de manifestatie.
Art. 4 Bij gebrek aan betaling zal de retributie ingevorderd worden overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Art. 5 Deze beslissing zal aan het toezicht van de hogere overheid onderworpen worden.
De raad beslist volgend reglement van de raad van bestuur van Limburg.net betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via platenzakken, bigbags of via asbestcontainers te bekrachtigen :
TARIEVENREGLEMENT ASBESTINZAMELING AAN HUIS
Reglement betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers
Artikel 1 :Omschrijving tarief
Met ingang van 1 januari 2023 wordt een tarief geheven voor natuurlijke personen, gemeenten en/of verenigingen die erom verzoeken voor:
● De ophaling aan huis van platenzakken of bigbags, welke door de intercommunale Limburg.net ter beschikking van de bevolking worden gesteld op de Limburg.net recyclageparken of via de verdeelpunten asbest gecommuniceerd via www.limburg.net
● De ophaling aan huis van container met asbestgebonden materiaal, in eerste instantie asbestplaten.
De organisatie van de dienstverlening kadert in het versneld asbestafbouwbeleid zoals uitgewerkt door de OVAM dat streeft naar een versnelling in de afbouw van alle risicovolle asbesthoudende materialen uit onze leefomgeving binnen het Vlaamse Gewest.
De organisatie van de aanvraag en de inzameling van de asbestcontainers – en platenzakken of bigbags gebeurt door Limburg.net waarbij de aanvraag- en aanbiedingsvoorwaarden zoals vastgelegd door Limburg.net dienen nageleefd te worden.
Artikel 2 : Bedragen tarieven
● Voor het ophalen op afroep van de asbestcontainer: € 170,00 per bestelde container, inclusief beschermingsset (overall, masker,…) en liner. Er kanéén container besteld worden per aanvraag.
● Voor de ophalen op afroep van platenzakken of bigbags: € 30,00 voor de eerste platenzak of bigbag, inclusief set beschermingsmateriaal voor 2 personen (2x overall, maskers,…) en € 20,00 voor een tweede en volgende platenzak of bigbag, voor zoverre dit dezelfde ophaling betreft. Het maximaal aantal platenzakken of bigbags per aanvraag bedraagt 7.
● Per ophaaladres en per aanvrager kunnen er maximaal 2 aanvragen geplaatst worden voor een asbest bronophaling aan huis gedurende de projectperiode 2023-2025.
Artikel 3 : Schuldenaar en moment van betaling
Het tarief is verschuldigd door elke natuurlijke persoon, gemeente of vereniging die gedomicilieerd of gevestigd is in het werkingsgebied van Limburg.net en een bestelling plaatst voor de inzameling aan huis van asbest via platenzak(ken) of bigbags of asbestcontainer.
Het tarief is verschuldigd op het moment van de bestelling op de website van Limburg.net via online betaling op het rekeningnummer van Limburg.net, tenzij artikel 5 van huidig reglement van toepassing is.
Artikel 4 : Bestel- en afhandelproces voor platenzakken of bigbags en asbestcontainer
4.1 Aanvraag en betaling via de website van Limburg.net
Bij aanvraag van (een) platenzak(ken) of bigbag(s) of asbestcontainer is de aanvrager verplicht een opgave te doen van zijn naam, telefoonnummer en adres ingeval hij een natuurlijke persoon is. Hiertoe zal de aanvrager zich registreren op de beveiligde website van Limburg.net.
De vereniging of gemeente geeft minimaal een contactpersoon, telefoonnummer en adres op. Ook de vereniging of gemeente registreert zich op de beveiligde website van Limburg.net door voorafgaandelijk een token aan te vragen.
Bij de elektronische aanvraag van asbestinzameling zal de aanvrager gevraagd worden om de voorwaarden grondig door te lezen. De aanvaarding houdt in dat de aanvrager bevestigt dat hij kennis heeft genomen van de voorwaarden en zich daarmee akkoord verklaart.
Op het moment van de bestelling zal het verschuldigde tarief aan de aanvrager aangerekend worden via online betaling op het rekeningnummer van Limburg.net.
De container zal maar geplaatst worden en de ophaling zal maar plaats vinden, op voorwaarde dat de betaling werd uitgevoerd.
De aanvrager ontvangt een bevestiging van de bestelling met onder meer:
● het aantal bestelde container en het adres en data waarop de containermoet(en) geleverd en opgehaald worden.
● Het aantal bestelde platenzak(ken) of bigbag(s) en het adres en datum waarop deze moeten opgehaald worden
De gekozen hoeveelheid platenzakken of bigbags of container kan niet meer worden aangepast nadat de bestelling bevestigd werd.
4.2 Afhalen van platenzakken of bigbags
De aanvrager kan na ontvangst van de bevestigingsmail zijn betaalde platenzakken of bigbags afhalen op de verdeelpunten asbest gecommuniceerd via www.limburg.net. Voor de afhaling dient de aanvrager zijn e-ID (voor particulieren) of zijn bevestigingsmail (voor verenigingen of gemeenten) voor te leggen aan het verdeelpunt asbest.
De platenzakken of bigbags moeten uiterlijk 5 dagen voor de geplande ophaaldatum worden opgehaald op het verdeelpunt. Bij niet-afhaling zal de afgesproken plandatum terug vrijgegeven worden en zal de aanvrager initiatief moeten nemen om een nieuwe plandatum af te spreken.
4.3 Levering van de lege asbestcontainer
Vanaf 6:00u ’s morgens, op de afgesproken datum waarop de lege asbestcontainergeplaatst wordt zorgt de aanvrager er voor dat er voldoende plaats is, zodat de containers op een goed bereikbare en niet hinderlijke plaats met stabiele ondergrond kan achtergelaten worden, aan de voorzijde van het huis.
Indien de container op het openbaar domein moet worden geplaatst, zorgt de aanvrager zelf en tijdig voor de nodige vergunningen en signalisatie bij de gemeente/stad van zijn/haar woonplaats en draagt eventuele kosten die hiermee gepaard gaan.
Indien de lege asbestcontainer om welke reden dan ook niet kan worden geplaatst op de afgesproken leverdatum, moet de aanvrager een nieuwe bestelling plaatsen. Het oorspronkelijke tarief wordt niet terugbetaald en er zal opnieuw een tarief worden aangerekend voor de nieuwe leverdatum.
4.4 Aanbieden van de platenzakken of bigbags of containers voor ophaling
De correct gevulde én dichtgebonden platenzakken of bigbags moeten uiterlijk om 6:00u ’s morgens op de afgesproken datum worden aangeboden. De platenzakken of bigbags bevinden zich steeds samen aan de voorzijde van het huis, op een goed bereikbare plaats voor de ophaalwagen waarbij de voorziene lussen zo gebonden zijn dat de platenzak(ken) door de ophaalwagen kan/kunnen getakeld worden.
De correct gevulde container moeten uiterlijk om 6:00u ’s morgens op de afgesproken datum op dezelfde plaats van levering worden aangeboden. De liner die met de container geleverd werd, moet correct dichtgebonden zijn. De container wordt zodanig geplaatst dat deze eenvoudig door de ophaalwagen getakeld kan worden.
4.5. Verplaatsen of annuleren van de aanvraag op initiatief van de aanvrager
De aanvrager kan de gekozen ophaaldatum nog kosteloos wijzigen, zolang hij dit tijdig (minimaal 5 dagen van tevoren) aangeeft.
Indien de aanvrager de gekozen ophaaldatum later dan 5 dagen van tevoren wijzigt, blijft het oorspronkelijke tarief integraal verschuldigd. De aanvrager doet desgevallend een nieuwe aanvraag, waarvoor het tarief terug verschuldigd is.
Het is mogelijk om een geplaatste bestelling te annuleren binnen de 14 kalenderdagen na bestelling en meer dan 5 dagen voor de gekozen ophaaldatum of leverdatum. Het tarief blijft in dat geval integraal verschuldigd.
4.6 Verplaatsing op initiatief van Limburg.net
Limburg.net stelt alle mogelijke middelen in het werk om de opgegeven ophaaldatum te respecteren. Indien Limburg.net de ophaling niet kan uitvoeren op de afgesproken ophaaldatum, dan wordt de aanvrager hierover gecontacteerd en wordt een nieuwe ophaling ingepland.
Eventuele kosten die hiermee gepaard gaan, kunnen niet ten laste gelegd worden van Limburg.net.
Artikel 5: Afwijkend bestel- en betaalproces
Ingeval in uitzonderlijke omstandigheden de bestelling en betaling niet is gebeurd via het online proces, zal Limburg.net een afrekening asbest per gewone post versturen naar de aanvrager met het verzoek het tarief te betalen binnen de 7 dagen. De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in de afrekening asbest. Indien de betaling niet tijdig wordt voldaan, zal de afgesproken plandatum terug vrijgegeven worden en zal de aanvrager initiatief moeten nemen om een nieuwe plandatum af te spreken. Het vrijgeven van de plandatum naar aanleiding van laattijdige betaling doet geen afbreuk aan het invorderingsproces.
Indien de afrekening van het tarief niet tijdig en volledig wordt betaald binnen de voorziene betalingstermijn, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.
Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET een tweede herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.
Bijkomend vermeldt de tweede herinnering dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.
De intresten over de niet-betaalde tarief kunnen aangerekend worden vanaf de datum van de tweede herinnering tot de datum van daadwerkelijke betaling.
Artikel 6 : Niet-conforme aanbiedingen
Elk geval waarbij de platenzakken of bigbags/containers niet kunnen opgehaald worden door toedoen van de aanvrager, wordt als een niet conforme aanbieding beschouwd.
● de platenzak(ken) of container(s) word(en) niet of te laat aangeboden op de afgesproken datum
● de platenzak is niet correct gevuld, niet correct dichtgebonden of overladen
● de asbestcontainer is niet correct gevuld of de liner is niet (correct) gesloten
● de platenzak of container bevindt zich niet aan de voorzijde van het huis, is niet bereikbaar voor de ophaalwagen of kan omwille van een andere reden niet worden opgetakeld door de ophaalwagen
● alle andere oorzaken die er toe leiden dat de platenzak/container niet kan worden meegenomen door toedoen van de ophaler.
De aanvrager moet zich ingeval van een niet conforme aanbieding in orde stellen en een nieuwe aanvraag doen waarvoor het tarief opnieuw verschuldigd is. Het tarief van de oorspronkelijke aanvraag blijft integraal verschuldigd.
Artikel 7 : Inwerkingtreding en duur
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 en loopt zolang de subsidie-enveloppe het toelaat. Het vorige tarievenreglement zoals goedgekeurd in vergadering van 28.02.2020 wordt opgeheven.
goedkeuren agendapunt Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Marina Scholts Sandra Jans Mathy Vanbrabant Kristien Treunen Frank Cornitensis Nicky Plaisier Luc Knuts Eric Martens Ronald Kenis Ellen Punie Ilse Bosmans Marc Weeghmans Gerda Missotten Stéphanie Billen Els Robeyns Gerry Briers Willy Bex Benny Maes aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 3 Goedgekeurd
goedkeuren ingediend amendement Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Benny Maes Gerry Briers Willy Bex Ilse Bosmans Luc Knuts Gerda Missotten Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Kristien Treunen Els Robeyns Nicky Plaisier Ronald Kenis Ellen Punie Eric Martens Marina Scholts Sandra Jans Marc Weeghmans Stéphanie Billen Stijn Vandersmissen aantal voorstanders: 3 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 12 Verworpen
De raad beslist:
Art. 1 De toelage in de werkingskosten van de oudercomités van de scholen wordt als volgt vastgesteld :
1. oudercomité De Eik 868 X 269/613 = € 380,90
2. oudercomité De Bron 868 X 268/613 = € 379,48
3. oudercomité Basissch. Ulbeek 868 X 76/613 = € 107,62
Art. 2 Overeenkomstig artikel 9 van voormelde wet van 14 november 1983 worden hoger vernoemde verkrijgers vrijgesteld van de verantwoording van de aanwending der toelagen, onverminderd artikels 3 en 7 van voornoemde wet.
goedkeuren amendement Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Willy Bex Benny Maes Gerry Briers Luc Knuts Ellen Punie Ilse Bosmans Frank Cornitensis Ronald Kenis Gerda Missotten Eric Martens Mathy Vanbrabant Nicky Plaisier Kristien Treunen Els Robeyns Marina Scholts Sandra Jans Marc Weeghmans Stijn Vandersmissen Stéphanie Billen aantal voorstanders: 3 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 12 Verworpen
goedkeuren agendapunt Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Luc Knuts Stijn Vandersmissen Frank Cornitensis Marina Scholts Els Robeyns Kristien Treunen Eric Martens Ellen Punie Ilse Bosmans Gerda Missotten Marc Weeghmans Ronald Kenis Stéphanie Billen Nicky Plaisier Mathy Vanbrabant Sandra Jans Gerry Briers Willy Bex Benny Maes aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 3 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De toelage in de werkingskosten van de oudercomités van de scholen wordt als volgt vastgesteld :
1. oudercomité De Eik 868 X 231/604 = € 331,96
2. oudercomité De Bron 868 X 300/604 = € 431,13
3. oudercomité Basissch. Ulbeek 868 X 73/604 = € 104,91
Art. 2 Overeenkomstig artikel 9 van voormelde wet van 14 november 1983 worden hoger vernoemde verkrijgers vrijgesteld van de verantwoording van de aanwending der toelagen, onverminderd artikels 3 en 7 van voornoemde wet.
De raad beslist:
Art. 1 Jaarlijks worden gratis huisvuilzakken ter beschikking gesteld, als volgt :
- aan de gezinnen met kinderen van minder dan 2 jaar vastgesteld op datum van de aanvraag :
per kind jonger dan 2 jaar: 20 kleine huisvuilzakken
- aan incontinenten, op basis van de voorlegging van een medisch attest - aan de beambte(n) ter
vertrouwelijke behandeling hiervoor aangesteld door het bestuur : 60 grote huisvuilzakken.
- aan patiënten die thuis een dialysebehandeling ondergaan, op basis van de voorlegging van een
medisch attest – aan de beambte(n) ter vertrouwelijke behandeling hiervoor aangesteld door het
bestuur : 160 grote huisvuilzakken.
- aan stomapatiënten, op basis van de voorlegging van een medisch attest – aan de beambte(n) ter
vertrouwelijke behandeling hiervoor aangesteld door het bestuur : 60 kleine huisvuilzakken.
In geval van blijvende letsels die recht geven op gratis huisvuilzakken, volstaat het om éénmalig een medisch attest te bezorgen waarin het onomkeerbaar karakter van het letsel wordt erkend. Het attest zal door de beambte die aangesteld werd door het bestuur ter vertrouwelijke behandeling, bewaard worden
Art. 2 Een jaarlijkse financiële tussenkomst vanwege de gemeente t.b.v. € 12,40 wordt geleverd aan de gezinnen met 3 en meer kinderen fiscaal ten laste, op 01.01.2023. In principe gebeurt dit automatisch via de kruispuntbank, zo niet via overschrijving op rekening.
goedkeuren Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Frank Cornitensis Luc Knuts Ilse Bosmans Gerda Missotten Els Robeyns Marc Weeghmans Nicky Plaisier Sandra Jans Eric Martens Stéphanie Billen Mathy Vanbrabant Gerry Briers Stijn Vandersmissen Ronald Kenis Marina Scholts Kristien Treunen Ellen Punie Willy Bex Benny Maes aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De Bloemenstraat wordt ingericht als een fietsstraat.
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie F111 die wordt geplaatst:
- Bloemenstraat ter hoogte van huisnummer 3 in de richting van de Kortestraat
- Bloemenstraat ter hoogte van huisnummer 18 in de richting van de Vloeiherkstraat
- Bloemenstraat vanaf de rotonde N777 richting Kortestraat
- Bloemenstraat ter hoogte van nr. 15 in de richting van het Dorpsplein
Het einde van de Fietsstraat wordt aangeduid met signalisatie F113 die wordt geplaatst:
- Bloemenstraat net voor het Dorpsplein, richting Dorpsplein
- Bloemenstraat net voor de rotonde met de N777, richting N777
- Kortestraat vanaf de Bloemenstraat richting Blokenstraat
Art. 2 Op de Bloemenstraat geldt een verboden richting voor iedere bestuurder met uitzondering van fietsers. Er geldt een verboden rijrichting in de richting van de Notelarestraat, komende vanaf de N777-Vloeiherkstraat-Zonneveldweg.
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie C1 met onderbord M2 die wordt geplaatst:
- Op de Bloemenstraat vanaf de N777
- Op de Bloemenstraat vanaf het kruispunt met de Kortestraat in de richting van het Dorpsplein
In de omgekeerde rijrichting wordt signalisatie F19 met onderbord M2 voorzien die wordt geplaatst:
- Op de Bloemenstraat vanaf het Dorpsplein in de richting van de Kortestraat
- Op de Bloemenstraat vanaf het kruispunt met de Kortestraat in de richting van de N777
Op de Kortestraat wordt voor het kruispunt met de Bloemenstraat voorzien in signalisatie D1f met onderbord M2.
Art. 3 Op de Bloemenstraat, komende vanaf de Notelarestraat (N754) geldt een toegangsverbod voor elke bestuurder uitgezonderd plaatselijk verkeer en fietsers.
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie C3 met een onderbord M2 en een onderbord type IV 'uitgezonderd plaatselijk verkeer'.
Art. 4 Op de Bloemenstraat vanaf de Notelarestraat tot het kruispunt met de Kerkstraat geldt een voetgangerszone, uitgezonderd laden en lossen en uitgezonderd fietsers.
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie F103 met opschrift 'uitgezonderd laden en lossen' en het symbool 'uitgezonderd fietsers'. Deze signalisatie wordt geplaatst:
- Op de Bloemenstraat ter hoogte van nr. 1 richting de Kerkstraat
- Op de Bloemenstraat vanaf de Kerkstraat richting de Notelarestraat
In de omgekeerde rijrichting wordt voorzien in signalisatie F105 (einde voetgangerszone).
Art. 5 Op de Bloemenstraat tussen huisnr. 46 en 50 wordt een zone voor kortparkeren ingericht voor wat betreft de begin- en einduren van de school.
Dit wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie E9a met een onderbord type VIIb 'max 30min' en een onderbord type V met opschrift 'maandag tot vrijdag 8u00 tot 8u45 en 15u00 tot 15u30'.
Art. 6 Op het Dorpsplein, in de richting van de Bloemenstraat, geldt de verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen ontworpen voor het vervoer van goederen met een maximaal toegelaten massa van meer dan 3,5 ton. er geldt een uitzondering voor plaatselijk verkeer.
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie C23 met onderbord type IV met vermelding '+3,5t | uitgezonderd plaatselijk verkeer'.
Art. 7 Op het Dorpsplein ter hoogte van nr. 12 wordt een zone voor kortparkeren ingericht voor wat betreft de begin- en einduren van de school.
Dit wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie E9a met een onderbord type VIIb 'max 30min' en een onderbord type V met opschrift 'maandag tot vrijdag 8u30 tot 9u15 en 14u45 tot 16u'.
Art. 8 Op het Dorpsplein ter hoogte van nr. 12 wordt een parkeerplaats voor personen met een handicap voorzien. Dit wordt aangeduid met signalisatie E9a met aanduiding van het symbool 'parkeerplaats voor personen met een handicap'.
Art. 9 Op het Dorpsplein, tegenover huisnummer 10 wordt een Kiss & Ride zone ingericht. Hier geldt een parkeerverbod. Stilstaan is wel toegelaten.
Dit wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers met signalisatie E1 met onderbord type V met opschrift 'Kiss & ride'.
Art. 10 Bestuurders die vanaf de Bloemenstraat de rotonde op de N777 willen oprijden, moeten voorrang verlenen. Dit wordt aangeduid met signalisatie B1 voor het oprijden van de rotonde vanaf de Bloemenstraat.
Art. 11 Het signalisatieplan wordt goedgekeurd zoals heden bijgevoegd.
Art. 12 Dit aanvullende reglement vervangt alle voorgaande reglementen met betrekking tot de Bloemenstraat.
Voor wat betreft de andere door dit besluit getroffen straten, blijft de bestaande regelgeving behouden voor zover deze niet is opgeheven door bepalingen uit dit besluit.
Art. 13 Een afschrift van dit aanvullend reglement wordt kennisgeving toegezonden aan:
- Departement Mobiliteit en Openbare Werken
- Rechtbank van eerste aanleg van Hasselt, Afdeling Tongeren
- Politierechtbank van Tongeren
- De Gouverneur van de provincie Limburg
- De Lokale Politie Kanton Borgloon
goedkeuren Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ronald Kenis Stéphanie Billen Gerry Briers Eric Martens Sandra Jans Ilse Bosmans Gerda Missotten Luc Knuts Stijn Vandersmissen Marina Scholts Marc Weeghmans Ellen Punie Kristien Treunen Nicky Plaisier Mathy Vanbrabant Els Robeyns Frank Cornitensis Willy Bex Benny Maes aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De Stokstraat wordt ingericht als een doodlopende straat met uitzondering voor fietsers en voetgangers.
Art. 2 Deze maatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht met signalisatie F45b.
Art. 3 Deze signalisatie wordt geplaatst:
- Op de Stokstraat vanaf de N777: F45b
- Op de Stokstraat vanaf de Tulpenlaan richting Dorpsstraat: F45b
Art. 4 Op de Stokstraat, Tulpenlaan en Rozenlaan wordt een zone ingesteld met een toegelaten maximumsnelheid van 30km/u.
Art. 5 Deze maatregel wordt als met de volgende signalisatie ter kennis gebracht:
- Op de Stokstraat vanaf de N777 in de richting van de Tulpenlaan: F4a
- Op de Stokstraat net voor het kruispunt met de N777, in de richting van de N777: F4b
- Op de Stokstraat vanaf de N754-Dorpsstraat: F4a
-Op de Stokstraat, net voor het kruispunt met de N754-Dorpsstraat, in de richting van de Dorpsstraat: F4b
Art.6 Het signalisatieplan in bijlage wordt goedgekeurd.
Art. 7 Dit aanvullende reglement vervangt alle voorgaande reglementen met betrekking tot de Stokstraat, Tulpenlaan en Rozenlaan.
Art. 8 Een afschrift van dit aanvullend reglement wordt kennisgeving toegezonden aan:
- Departement Mobiliteit en Openbare Werken
- Rechtbank van eerste aanleg van Hasselt, Afdeling Tongeren
- Politierechtbank van Tongeren
- De Gouverneur van de provincie Limburg
- De Lokale Politie Kanton Borgloon
De raad beslist:
Art. 1 Het algemeenpolitiereglementbetreffendegemeentelijkeadministratieve sancties voor PZ kanton Borgloon, zoals in bijlage aangehecht aan dit besluit, wordt goedgekeurd.
Art. 2 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 en vervangt de 'Uniforme GAS-reglementering voor de PZ kanton Borgloon' zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 28.11.2014.
Alle artikelen van eerdere politieverordeningen/reglementen die strijdig zijn met dit reglement worden vanaf dan opgeheven.
Art. 3 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de bestendige deputatie, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de politierechtbank, aan de gouverneur en de politiezone.
Art. 4 Dit reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 287 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
De raad beslist:
Art. 1 De gemeenteraad keurt het protocolakkoord betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties "GAS2" en "GAS3", zoals toegevoegd in bijlage, goed.
Art. 2 Het protocolakkoord wordt bij het door de gemeenteraad op 23.12.2022 goedgekeurde GAS-reglement - hetwelk in werking treedt op 01.01.2023 - gevoegd, en bekendgemaakt op de gemeentelijke website waar het door het publiek geraadpleegd kan worden.
goedkeuren Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Mia Cuppens Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Ellen Punie Gerry Briers Willy Bex Mathy Vanbrabant Eric Martens Kristien Treunen Els Robeyns Sandra Jans Ronald Kenis Frank Cornitensis Gerda Missotten Marc Weeghmans Marina Scholts Stijn Vandersmissen Benny Maes Stéphanie Billen Ilse Bosmans Luc Knuts Nicky Plaisier Gerda Missotten Ilse Bosmans Marina Scholts Nicky Plaisier Mathy Vanbrabant Ronald Kenis Kristien Treunen Frank Cornitensis Luc Knuts Ellen Punie Eric Martens Els Robeyns Gerry Briers Willy Bex Marc Weeghmans Stijn Vandersmissen Stéphanie Billen Benny Maes Sandra Jans aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De raad stelt de objectieve informatienota zoals toegevoegd in bijlage voor de volksraadpleging over het principe van een gemeentefusie vast.
Art. 2 Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere voorbereiding en de praktische organisatie van deze volksraadpleging.
De raad beslist:
Art. 1 De personeelsleden krijgen voor het werkjaar 2023 in totaal 1 vervangdag toegekend a rato van
hun prestaties. De brugdag wordt als volgt vastgelegd (voor gemeentehuis, onderhoud, vrije tijd, TUD
uitgezonderd containerpark): op vrijdag 19 mei 2023 (brugdag na donderdag 18 mei, OLH Hemelvaart) worden het gemeentehuis en de technisch uitvoerende dienst gesloten. Het containerpark zal op vrijdag 19 mei geopend blijven.
Art. 2 Op zaterdag 22 juli (brugdag na vrijdag 21 juli) wordt de
bibliotheek gesloten. Voor het bibliotheekpersoneel dat van dienst is op zaterdag 22 juli,
wordt een brugdag vastgelegd op zaterdag 22 juli 2023.
Art. 3 De vervangdagen die niet vastliggen, worden aan het personeel toegekend via compensatiedagen op de verlofkaart/GPS e-suite, à rato van hun prestaties. De personeelsleden die werken op de vastgelegde brugdag, mogen de vervangdag op een andere datum opnemen (à rato van hun prestaties) en mogen hun gepresteerde uren compenseren aan 100%.
De gemeenteraad beslist
Artikel 1 – Definities
Woning: een huis of appartement dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één of meerdere gezinnen.
Bestaande woningen: woningen die vóór 2006 aangesloten zijn op het elektriciteitsnet.
Rd-waarde: warmteweerstand. Deze waarde wordt bepaald door de dikte van de isolatie (uitgedrukt in meter) te delen door de lambdawaarde (W/mK).
Lambdawaarde: thermische geleidbaarheid van materialen. Deze waarde wordt uitgedrukt in W/mK. De lambdawaarden volgens de ATG-keuring van de isolatiematerialen zijn onder meer terug te vinden op de website www.butgb.be. De lambdawaarden van bio-ecologische isolatiematerialen zijn onder meer terug te vinden op de website www.vibe.be. Deze waarden worden gehanteerd bij het bepalen van de Rd-waarde.
REG: Rationeel Energie Gebruik
Artikel 2 – Bedrag
Binnen de kredieten van de goedgekeurde begroting wordt een subsidie verleend voor de aankoop en installatie van dak- en zoldervloerisolatie in bestaande woningen. Deze premie bedraagt 2 EURO per geplaatste m² indien de plaatsing gebeurt door een geregistreerd aannemer. Indien de dak- of zoldervloerisolatie zelf wordt aangebracht, bedraagt de premie 1 EURO per geplaatste m². De subsidie bedraagt maximaal 250 euro.
Artikel 3 – Algemene voorwaarden
Elke premie kan slechts éénmaal per adres worden toegekend. Per adres wordt ofwel een premie voor zoldervloerisolatie ofwel een premie voor dakisolatie toegekend.
Enkel installaties die geplaatst worden in bestaande vergunde woongelegenheden en die volledig op het grondgebied van Wellen liggen, komen in aanmerking.
Voor subsidiëring komen enkel particulieren (= natuurlijke personen) in aanmerking.
De premie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Als gerechtigd worden beschouwd:
• de eigenaar van het gebouw;
• de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het aanvraagformulier voor de subsidie mee ondertekent waardoor hij zijn rechten op de premie overdraagt aan de huurder.
De subsidie voor dak- of zoldervloerisolatie wordt enkel bij bestaande woningen toegekend op voorwaarde dat:
• Woningen waarvoor de premie voor dak- of zoldervloerisolatie wordt aangevraagd, voor 1 januari 2006 aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. De premie wordt dus niet toegekend voor het isoleren van het dak of de zolder van een nieuwbouwwoning of een recent gebouwde woning.
• De aanvrager
○ Een bewijs kan voorleggen dat hij de Mijnverbouwpremie voor dak- of zoldervloerisolatie of de doe-het-zelfpremie van Fluvius voor de plaatsing van dak- of zoldervloerisolatie heeft verkregen en het dossiernummer hierbij vermeldt OF
○ Een kopie van de facturen inclusief btw voorlegt die de aankoop van de dak- of zoldervloerisolatie aantoont indien de plaatsing gebeurt door de aanvrager en de aanvrager geen fluviuspremie heeft aangevraagd of niet voldoet aan de inkomensvoorwaarden van deze premie OF
○ Een kopie van de facturen inclusief plaatsingskosten en btw voorlegt die de aankoop en de installatie van de dak- of zoldervloerisolatie aantonen indien de plaatsing gebeurt door een geregistreerd aannemer en de aanvrager geen mijnverbouwpremie heeft aangevraagd of niet voldoet aan de inkomensvoorwaarden van deze premie
• Op de facturen dienen volgende gegevens vermeld worden:
o Soort, merk, dikte en type van het materiaal
o Aantal m²
o Rd-waarde
o Kostprijs van het materiaal en plaatsing (eventueel)
Artikel 4 – Technische voorwaarden
De dak- of zoldervloerisolatie moet een minimum Rd-waarde halen van 4,5 m²K/W. De lambdawaarde van het materiaal dient hiertoe kleiner of gelijk te zijn aan 0,04 W/mK (bvb. minimaal 18 cm rotswol of glaswol).
Riet wordt niet aanvaard als isolatiemateriaal. Thermisch isolerende folies komen ook niet in aanmerking voor deze premie.
Artikel 5 – Plaatsing
De plaatsing dient te gebeuren in overeenstemming met bestaande wetten, reglementen, verordeningen, gebruiken en regels van goed vakmanschap.
Artikel 6 – Controle
De bevoegde ambtenaar kan zich in elke fase van het project en tot 12 maanden na het indienen van de subsidieaanvraag bij de gemeente, ter plaatse komen vergewissen van de betreffende situatie en zal indien nodig contact opnemen met de firma en/of installateur die de voorziening levert en/of plaatst. Indien de installatie niet overeenstemt met de beschrijving in de aanvraag, kan de subsidie geweigerd of teruggevorderd worden.
De toekenning van de premie betekent niet dat de gemeente Wellen verantwoordelijkheid opneemt wat betreft de toestellen, materialen en/of resultaten.
Artikel 7 – Aanvraag
De aanvraag moet worden ingediend bij het gemeentebestuur Wellen, Dorpsstraat 25 (dienst Omgeving). De aanvraag moet gebeuren met het formulier dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld.
•Wanneer de plaatsing is gebeurd door een aannemer dient de aanvraag uiterlijk 6 maanden na datum eindfactuur of de toekenning van de mijnverbouwpremie ingediend te worden bij de gemeente.
• Wanneer de plaatsing is gebeurd door de eigenaar/huurder zelf dient de aanvraag uiterlijk 6 maanden na de datum van de eindfactuur of 6 maanden na toekenning van de Fluviuspremie ingediend te worden bij de gemeente.
° Wanneer de aanvrager geen mijnverbouwpremie of fluviuspremie heeft aangevraagd of bekomen, dient de aanvraag uiterlijk 6 maanden na datum van de eindfactuur worden ingediend bij de gemeente.
De poststempel of de datum van het ontvangstbewijs geldt als bewijs.
Artikel 8 – Toekenning subsidie
Het college beslist over de toekenning van de subsidie op basis van het verslag van de bevoegde ambtenaar. Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt zich het recht om uitbetaling van de subsidie te weigeren of uit te stellen. De aanvrager wordt van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 9 – Betaling
Indien het aantal aanvragen het totaal in de begroting voorziene bedrag overstijgt, zal het toekennen van de subsidies verlopen in functie van de datum van aanvraag tot uitputting van het totaal in de begroting voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar. Datum van aanvraag betekent dat de postdatum of de datum van het ontvangstbewijs als bewijs geldt.
Bij uitputting van het totaal in de begroting voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar, zal de uitbetaling verschoven worden naar het volgend dienstjaar onder voorbehoud van middelen opgenomen in de begroting.
Artikel 10 – Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 01.01.2023.
Het attest van de netbeheerder en dient te dateren van na 1 juli 2022 voor de toepassing van onderhavig reglement.
Het attest van de mijnverbouwpremie dient te dateren van na 01.10.2022 voor de toepassing van dit reglement
De raad beslist:
Art. 1 Voor een termijn eindigend op 31 december 2023, worden de huurgelden vastgesteld die gelden bij het uitlenen van gemeentemateriaal.
Art. 2 Dit gemeentemateriaal wordt enkel uitgeleend aan:
- Wellense verenigingen aangesloten bij een gemeentelijke adviesraad
- Scholen gevestigd op het grondgebied van Wellen
- De Wellense Middenstand
- De geestelijke overheid
- Buurtverenigingen en/of straatcomités
VOOR EEN PERIODE VAN MAXIMUM 10 DAGEN
Art. 3 de huurtarieven worden vastgesteld als volgt:
MATERIAAL | WAARBORG | HUUR | PRIJS BESCHADIGING | PRIJS VERLIES |
Tentoonstellingspanelen + staanders (70) | 6 euro/set | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Podium (50/ 1=2m2 | 25 euro/m² (max. 745 euro) | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Trap 4 treden (2) | 50 euro | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Podiumleuning (20m) | 50 euro | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Podiumblindering (50m) | 50 euro | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Erepodium | 100 euro | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Nadarhekken (120) * 2m/hek | 6 euro/stuk | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs
|
Stoelen (550) | t/m 100 stuks : 124 euro 101 stuks en meer : 248 euro | 0,13 euro/stoel | 13 euro/stoel | Aanschaffingsprijs |
Tafels (80) | t/m 20 stuks : 124 euro 20 stuks en meer : 248 euro | 0.50 euro/tafel | 25 euro/tafel | Aanschaffingsprijs |
Houten tafels | t/m 23 stuks : 150 euro | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Houten banken | t/m 40 stuks : 150 euro | gratis | wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs |
Tenten (4)
Partytenten | 124 euro/tent
200 euro/tent | 8 euro/tent
16 euro/tent | 124 euro/tent
wordt bepaald naargelang beschadiging | Aanschaffingsprijs
Aanschaffingsprijs |
Art. 4 Voor het huren van de tenten “Bruisend Wellen” dient de huurder ten minste 4 weken op voorhand een gemotiveerd schrijven te richten aan het college van burgemeester en schepenen teneinde de toelating tot huren te verkrijgen. In dit schrijven moet - het soort van evenement, het doel en de ondergrond waarop de tenten geplaatst worden - omschreven worden.
Art. 5 Hoger vernoemde huurprijzen dienen betaald te worden in handen van de aangestelde personeelsleden verhuring gemeentelijk materiaal.
Art. 6 De ontvangen gelden zullen maandelijks door de aangestelde personeelsleden overgemaakt worden op het rek. nr. 091-0004969-51 van de gemeente. Aan de dienst financiën zal maandelijks een afschrift bezorgd worden van de genummerde bons, samen met een overzichtstaat inzake de verhuringen van de gemeentelijke materialen die de storting verantwoorden.
Art. 7 De waarborg wordt - per gekruiste cheque of door middel van een behoorlijk ingevulde en ondertekende overschrijving - afgeleverd aan de aangestelde personeelsleden.
Art. 8 Het materiaal zal slechts verhuurd worden als het huurgeld en de waarborg ten minste 14 dagen op voorhand voldaan is.
Art. 9 De waarborg wordt terugbezorgd aan de aanvrager na afloop van de verhuring van het materiaal indien er geen beschadiging, verlies of misbruik vastgesteld wordt.
Art. 10 Indien het materiaal beschadigd wordt, of bij verlies, zullen de huurders een factuur ontvangen met vermelding van de schade. Na betaling zal de waarborg (gekruiste cheque of overschrijving) terugbezorgd worden aan de huurder. De waarborg zelf (gekruiste cheque of overschrijving) zal enkel aangewend worden indien de betaling van de schadefactuur achterwege blijft.
Art. 11 De aanvrager dient het gehuurde materiaal na gebruik zuiver te maken.
Art. 12 De aanvrager dient de gehuurde tenten “Bruisend Wellen”:
- zelf af te halen bij de technische dienst, na contactname met de dienst verhuringen
- de eerstvolgende werkdag volgend op de verhuring, in oorspronkelijke staat en in de
oorspronkelijke verpakking, terug te brengen naar de technische dienst tussen 8.30 en
10.00 uur.
- na gebruik veilig in een afgesloten ruimte op te bergen om diefstal te vermijden.
Art. 13 De aanvrager dient alle ander gehuurd materiaal :
- de eerstvolgende werkdag volgend op de verhuring
- in oorspronkelijke staat
- gestapeld
- op de plaats van levering
- om 8.30 uur klaar te zetten voor de Technische Dienst. (nadars dienen per soort gestapeld te
worden)
Art. 14 De gehuurde materialen kunnen ten laatste 14 dagen, vóór de datum van de activiteit, schriftelijk geannuleerd worden. Het huurbedrag wordt in dit geval terugbetaald aan de aanvrager.
De raad beslist:
Art. 1 Mevr. Ellen Punie wordt met ingang van 01.01.2023 aangesteld als effectief lid in de projectvereniging van IOED Haspengouw.
Art. 2 Deze aanstelling blijft geldig tot andersluidende gemeenteraadsbeslissing.
Art. 3 Afschrift van deze beslissing zal aan IOED Haspengouw, Kasteel Fauvonval, Daaleindestraat 2 te 3720 Kortessem worden bezorgd.
De raad beslist:
Art. 1 Gemeente Wellen gaat in overleg met het agentschap wegen en verkeer om de situatie van de oversteekplaats Dorpsstraat - Broekstraat te bekijken, te evalueren en waar mogelijk een veilig alternatief te zoeken.
De raad beslist:
Art. 1 : De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 08.11.2022 goed te keuren.