Goedkeuren herziening 5 meerjarenplan 2020-2025 deel gemeente Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Ronald Kenis Marc Weeghmans Marina Scholts Els Robeyns Gerda Missotten Frank Cornitensis Eric Martens Luc Knuts Kristien Treunen Nicky Plaisier Mathy Vanbrabant Ilse Bosmans Ellen Punie Benny Maes Willy Bex Sandra Jans Stijn Vandersmissen Gerry Briers Stéphanie Billen aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De raad stelt het deel GEMEENTE van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 gemeente en OCMW Wellen vast, bestaande uit de strategische nota, financiële nota en toelichting, dewelke als bijlage toegevoegd worden aan dit besluit
Art. 2 De raad stelt de gevraagde aanpassingen op de kredieten van het lopende boekjaar 2023 vast van het deel GEMEENTE van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 gemeente en OCMW Wellen.
Art. 3 De raad stelt de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 van het deel GEMEENTE van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 gemeente en OCMW Wellen vast.
Goedkeuren herziening van het meerjarenplan 2020-2025 deel OCMW en vaststelling Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Marc Weeghmans Frank Cornitensis Els Robeyns Eric Martens Luc Knuts Nicky Plaisier Ilse Bosmans Ellen Punie Marina Scholts Gerda Missotten Mathy Vanbrabant Kristien Treunen Ronald Kenis Willy Bex Benny Maes Gerry Briers Sandra Jans Stéphanie Billen Stijn Vandersmissen aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 De raad keurt het deel OCMW van van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 voor gemeente en OCMW Wellen goed, bestaande uit de strategische nota, financiële nota en toelichting, dewelke als bijlage toegevoegd worden aan dit besluit
Art. 2 De raad keurt de gevraagde aanpassingen op de kredieten van het lopende boekjaar 2023 goed van het deel OCMW van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 voor gemeente en OCMW Wellen.
Art. 3 De raad keurt de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 van het deel OCMW van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 voor gemeente en OCMW Wellen goed.
Art. 4 Deze goedkeuring stelt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 herziening 5 gemeente en OCMW Wellen in zijn geheel definitief vast.
Goedkeuren Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Mathy Vanbrabant Nicky Plaisier Sandra Jans Marc Weeghmans Kristien Treunen Ilse Bosmans Frank Cornitensis Eric Martens Ellen Punie Marina Scholts Luc Knuts Gerda Missotten Els Robeyns Ronald Kenis Gerry Briers Stéphanie Billen Benny Maes Stijn Vandersmissen Willy Bex aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De Raad beslist:
Art. 1
De nominatieve lijst met opdrachten die nominatief in het aangepast meerjarenplan 2020-2025 - Herziening 5; dienstjaar 2023 - 2024 met detail voorzien zijn, zoals in bijlage toegevoegd, wordt goedgekeurd.
Art. 2 Het bepalen van de wijze en de voorwaarde van gunnen van deze opdrachten wordt gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen.
Goedkeuren Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Marina Scholts Ilse Bosmans Frank Cornitensis Kristien Treunen Els Robeyns Ronald Kenis Luc Knuts Gerda Missotten Ellen Punie Eric Martens Mathy Vanbrabant Nicky Plaisier Marc Weeghmans Sandra Jans Gerry Briers Stéphanie Billen Willy Bex Benny Maes Stijn Vandersmissen aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2024 ten laste van de nijverheids-, handels- en landbouwondernemingen een belasting van € 9,92 per kilowatt geheven op motoren, ongeacht de brandstof of de energie die deze motoren in beweging brengt. De belasting is verschuldigd voor de motoren die door de belastingplichtige gebruikt worden voor de uitbating van de zetel of exploitatie-eenheid van de onderneming. Dient als exploitatie-eenheid beschouwd, iedere inrichting of werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van tenminste drie maanden op het grondgebied van de gemeente is gevestigd.
De belasting is echter niet verschuldigd aan de gemeente waar de zetel van de onderneming gevestigd is, voor de motoren, gebruikt in een exploitatie-eenheid in de mate waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar de exploitatie-eenheid is gevestigd.
Wanneer hetzij de zetel, hetzij een exploitatie-eenheid geregeld en op duurzame wijze een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met een of meer exploitatie-eenheden of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd indien hetzij de zetel, hetzij de voornaamste exploitatie-eenheid gevestigd is in de gemeente. De door de tijdelijke vennootschap verschuldigde belasting wordt ten laste van deze ingevorderd of ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten. Na de ontbinding van de tijdelijke vennootschap zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten, hoofdelijk mede de nog in te vorderen belasting verschuldigd .
Art. 2 De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motoren geplaatst of gebruikt tijdens het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de belasting slaat.
Bij stopzetting van bedrijf in de loop van het jaar wordt er een bijzondere bijkomende aanslag gevestigd, berekend op basis van de belastbare motoren geplaatst en gebruikt tijdens het jaar of jaargedeelte waarin de bedrijfsstopzetting plaats heeft. De belastingplichtigen die onder toepassing vallen van deze bepaling zijn verplicht uiterlijk acht dagen na de stopzetting van het bedrijf hiervan aangifte te doen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
De grondslagen van de belasting zijn de volgende :
a. Beschikt de onderneming slechts over één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de drijfkracht opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot het plaatsen van de motor wordt verleend of akte van die plaatsing gegeven wordt.
b. Beschikt de onderneming over verscheidene motoren, dan wordt de belastbare drijfkracht vastgesteld op grond van de som van de krachten – opgegeven in de besluiten waarbij vergunning tot het plaatsen gegeven wordt – vermenigvuldigd met een simultaancoëfficiënt die verandert volgens het aantal motoren.
Deze coëfficiënt, gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met dertig motoren, met 1/100 van de eenheid, per bijkomende motor verminderd en blijft daarna vast en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer.
Voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de stopzetting plaats heeft, of voor een nieuwe onderneming met de datum van inwerkstelling. De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg tussen de belastingplichtige en het College van Burgemeester en Schepenen. Bij onenigheid staat het de belastingplichtige vrij een tegenonderzoek uit te lokken.
De bepalingen van dit artikel zijn toepasselijk door de gemeente naar rata van het aantal door haar belaste motoren.
Art. 3 Is van belasting vrijgesteld :
1. Elke onderneming waarvan de totale belastbare drijfkracht wordt vastgesteld als zijnde minder of gelijk aan 250 kilowatt.
2.
a. De motor die heel het jaar stil ligt. Het tijdelijk stilleggen voor een ononderbroken periode gelijk aan of langer dan één maand, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motor heeft stilgelegen. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de R.V.A. een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen .
De verplichte vakantieperiode wordt niet in aanmerking genomen voor het bekomen van deze gedeeltelijke vermindering.
In geval van vermindering wegens tijdelijk stilliggen, blijft voor deze motor de simultaancoëfficiënt gelden die op de onderneming van toepassing is.
Geen belastingvermindering kan aan de belanghebbende verleend worden, tenzij op grond van ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten die aan het gemeentebestuur enerzijds de datum van het stilleggen en anderzijds de datum van het terug in werking stellen van de motor bekend maken.
Voor het berekenen van de belastingvermindering gaat dit stilliggen van de motor pas in na ontvangst van het eerste bericht.
De bouwondernemingen, die een regelmatige boekhouding bijhouden, kunnen na een uitdrukkelijk verzoek, gemachtigd worden het stilliggen van de motoren te rechtvaardigen door het bijhouden van een inschrijvingsboekje waarin de begin- en einddatum van het stilleggen van elke motor en de werf waar hij normaal gebruikt wordt, ingeschreven worden. Op het einde van het jaar vult de aannemer zijn verklaring in op basis van de aanduidingen in dit inschrijvingsboekje. De nauwkeurigheid van deze inschrijvingen kan op elk ogenblik nagegaan worden.
Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de inactiviteit gedurende een periode van vier weken, gevolgd door een activiteitsperiode van één week, als het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken.
b. De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld.
c. De motor van een draagbaar toestel.
d. De motor die een elektrische generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met wat nodig is voor het drijven van de generator.
e. De persluchtmotor.
f. De motoren die in een drukstation gebruikt worden om de compressoren aan te drijven die instaan voor het drukregime in de vervoerleidingen voor aardgas.
g. De motorkracht die uitsluitend wordt gebruikt voor toestellen tot wateruitputting, wat ook de oorsprong ervan is, verluchting en verlichting.
h. De hulpmotor, d.w.z. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, wanneer zijn werking niet voor gevolg heeft de produktie te verhogen.
i. De wisselmotor, d.w.z. die welke uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een ander die hij tijdelijk moet vervangen.
De hulp- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om gelijktijdig met de normaal gebruikte motoren te werken en dit gedurende de tijd nodig om de voortzetting van de produktie te verzekeren.
Art. 4 De motoren, die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilliggen gedurende het ganse jaar evenals degene die bij de toepassing van de leden b. tot i. van artikel 3 vrijgesteld zijn, komen niet in aanmerking voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt van de installatie van de belastingplichtige.
Art. 5 Aan nieuw opgerichte nijverheidsbedrijven of fabrieken wordt gedurende maximum 5 opeenvolgende jaren, teruggave of vrijstelling van de belasting verleend. Dit laatste is enkel het geval als de volgende voorwaarden vervuld worden:
a. In de loop van het belastingjaar een bezoldigingsbedrag aan in België gedomicilieerde werknemers vereffend hebben, overeenstemmende met ten minste 2.500 werkdagen of hiermee gelijkgestelde dagen.
b. Vrijgesteld zijn van de onroerende voorheffing op de onroerende goederen, opgericht op het grondgebied van de gemeente en die werkelijk het voorwerp uitgemaakt hebben van de investeringen, zowel voor de gebouwen als voor materieel en de outillage, onroerend van nature of door bestemming, ingeschreven in de kadastrale documenten.
c. binnen twee maanden na het verstrijken van het belastingjaar een verzoek om ontheffing doen bij het College van Burgemeester en Schepenen en dit verzoek kunnen staven met bewijsstukken.
Van deze ontheffing kan niet genoten worden :
a. door bedrijven, die zich binnen het grondgebied van de gemeente verplaatsen;
b. wanneer een bedrijf opgericht wordt door wijziging, samenvoeging of splitsing juridisch of hoe dan ook, van bestaande bedrijven, op het grondgebied van de gemeente.
Art. 6 Wanneer de fabricagemachines wegens een ongeval niet in staat zijn om meer dan 80 % van de door een belastbare motor geleverde kracht te gebruiken, zal de belastingplichtige slechts belast worden op de verbruikte kracht van de motor uitgedrukt in kilowatt, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit ten minste drie maanden geduurd heeft en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden aangewend werd.
Om van deze vermindering te genieten, moet de belastingplichtige aan het gemeentebestuur een bericht gegeven hebben, hetzij aangetekend, hetzij afgeleverd tegen ontvangstbewijs. Dat bericht bevat naast de datum van de datum van het ongeval ook die van het opnieuw aanzetten van de motor.
Voor de berekening van de belastingvermindering gaat de datum van het stilliggen van de motor slechts in vanaf de ontvangst van het eerste bericht.
De aanvrager moet bovendien op het eerste verzoek aan het gemeentebestuur alle stukken voorleggen waardoor de juistheid van zijn verklaringen kan nagegaan worden.
Wanneer een motor buiten gebruik gesteld wordt wegens ongeval, moet dat binnen acht dagen, aan het gemeentebestuur bekendgemaakt worden, op straf van verlies van het recht op belastingvermindering.
Art. 7 Wanneer de installaties van een onderneming voorzien zijn van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen, waarvan de metingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en wanneer dat bedrijf ook belast werd op grond van wat in de artikels 1 en 6 bepaald wordt gedurende een periode van ten minste twee jaar, dan wordt het bedrag van de belastingen van de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie van het ene jaar tot het andere, van de rekenkundig gemiddelde van de twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens.
Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingjaar op grond van de inhoud van artikels 1 tot 6 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar; deze verhouding wordt “verhoudingsfactor” genoemd.
Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde van de twaalf maximumkwartvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor.
De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van het refertejaar, d.w.z. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor.
Bedraagt dit verschil meer dan 20 % dan telt het bestuur de belastbare elementen om een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen.
Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moet de exploitant voor 31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartvermogen, die in zijn installaties werden opgenomen tijdens dat jaar, voorafgaande aan het jaar wanneer hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt; hij moet er zich bovendien toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave van de maandelijkse waarden van het maximumvermogen van het belastingjaar te voegen en het bestuur toe te laten steeds de in zijn installatie gedane metingen van het maximumvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie, te controleren.
De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een periode van vijf jaar.
Behalve bij verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken van die periode, wordt deze stilzwijgend verlengd voor een nieuwe periode van vijf jaar.
Art. 8 De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier hen toegezonden door het gemeentebestuur. Dit formulier dient voor de erin vermelde dag teruggezonden te worden.
Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor 01.05.2024 spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.
Art. 9 De exploitant dient de eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren, die zich in de loop van het jaar voorgedaan hebben, aan het gemeentebestuur bekend te maken, behalve wanneer de onderneming op geldige wijze de regeling, bedoeld van artikel 7 heeft gekozen.
Art.10 Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50 % en wordt ook ingekohierd.
Art. 11 Artikel 5 van het decreet verleent de bevoegdheid tot het stellen van alle nodige fiscale onderzoeks- en controleverrichtingen in verband met de toepassing van de belastingverordening en de bepalingen, vermeld in de artikelen 6 en 7 van het decreet.
De bevoegde personeelsleden van de gemeente moeten daartoe speciaal worden aangesteld door respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.
Het kunnen zowel personeelsleden in statutair of in contractueel verband zijn.
Het proces-verbaal dat deze personeelsleden opmaken heeft bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Hierdoor wordt er een bijzondere bewijswaarde aan verleend zodat het controlerend personeelslid een bevoorrechte getuigenis kan leveren die de rechter niet naast zich kan neerleggen, tenzij het tegendeel bewezen wordt. De bewijslast wordt dus verlegd van de overheid naar de belastingplichtige.
Artikel 6 van het decreet regelt de bevoegdheden van de controlerende personeelsleden bedoeld in artikel 5.
De verplichting tot het voorleggen van boeken en bescheiden geldt niet alleen voor de belastingplichtigen, maar ook voor derden, met name voor iedereen die over dergelijke boeken of bescheiden zou beschikken.
De controlerende personeelsleden beschikken over een speciaal toegangsrecht, eventueel mits machtiging van de politierechter. Een machtiging is niet nodig indien uit vrije wil toegang wordt verleend. Het spreekt voor zich dat in dit verband geen enkel misbruik vanwege de controlerende personeelsleden kan worden aanvaard.
De financieel beheerder kan niet worden aangesteld als controlerend personeelslid.
Art. 12 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 13 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bewaar schift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 14 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 15 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor een termijn eindigend op 31 december 2024 een belasting geheven op het niet maximaal afkoppelen van hemel- en afvalwater op privaat domein bij de aanleg van een 2DWA stelsel op openbaar domein.
Art. 2 De realisatie van de maximale afkoppeling op privaat domein dient uiterlijk plaats te vinden bij het einde der werken op openbaar domein.
De vaststelling van het niet maximaal afkoppelen van hemel- en afvalwater op privaat domein bij de aanleg van een 2DWA stelsel op openbaar domein gebeurt door een personeelslid aangesteld door het college van burgemeester en schepenen om een controle en onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de belastingverordening. Het personeelslid stelt een proces-verbaal op.
Art. 3 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van een gebouw die – naar aanleiding van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel op het openbaar domein – het hemel- en afvalwater niet maximaal afkoppelt. De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4 De belasting wordt berekend als volgt:
- Voor de eerste 12 maanden na beëindiging der werken aan het openbaar rioolstelsel: een forfaitair bedrag van 100 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privé-terrein niet maximaal werd gerealiseerd.
- Vanaf de 13 de maand na beëindiging der werken aan het openbaar rioolstelsel: een forfaitair bedrag van 200 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privé-terrein niet maximaal werd gerealiseerd.
Art. 5 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op basis van het proces-verbaal van niet afkoppeling zoals opgesteld door een personeelslid daartoe speciaal aangesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 6 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 7 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 8 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2024 ten voordele van de gemeente een jaarlijkse directe belasting gevestigd op de tweede verblijven, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven zijn.
Art. 2 Onder tweede verblijf moet worden verstaan elke private woongelegenheid waarvan de persoon die er kan wonen, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitenverblijven, optrekjes, chalets, wooncaravans of alle andere vaste woongelegenheden.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd :
- lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van
beroepsactiviteiten;
- tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.
Art. 3 Onder wooncaravans moet verstaan worden de caravans die technisch niet gemaakt zijn om voortgetrokken te worden, en waarvan het chassis en het type van wielen het voortslepen niet zouden verdragen.
Met verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden alle soorten van caravans bedoeld zoals caravans met een enkel stel wielen, de “semi-wooncaravans” met een dubbel stel wielen, de woonwagens en de caravans waarmee de kermisreizigers rondtrekken.
Art. 4 Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op € 125,00 per jaar en per tweede verblijf.
Art. 5 De belasting is verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf; de hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld. In geval van mede-eigendom is de mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn wettelijk aandeel.
Art. 6 De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier hen toegezonden door het gemeentebestuur. Dit formulier dient voor de erin vermelde dag teruggezonden te worden.
Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor 01.05.2024 spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.
Art. 7 Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor de dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50 % en wordt ook ingekohierd.
Art. 8 Artikel 5 van het decreet verleent de bevoegdheid tot het stellen van alle nodige fiscale onderzoeks- en controleverrichtingen in verband met de toepassing van de belastingverordening en de bepalingen, vermeld in de artikelen 6 en 7 van het decreet.
De bevoegde personeelsleden van de gemeente moeten daartoe speciaal worden aangesteld door respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.
Het kunnen zowel personeelsleden in statutair of in contractueel verband zijn.
Het proces-verbaal dat deze personeelsleden opmaken heeft bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Hierdoor wordt er een bijzondere bewijswaarde aan verleend zodat het controlerend personeelslid een bevoorrechte getuigenis kan leveren die de rechter niet naast zich kan neerleggen, tenzij het tegendeel bewezen wordt. De bewijslast wordt dus verlegd van de overheid naar de belastingplichtige.
Artikel 6 van het decreet regelt de bevoegdheden van de controlerende personeelsleden bedoeld in artikel 5. De verplichting tot het voorleggen van boeken en bescheiden geldt niet alleen voor de belastingplichtigen, maar ook voor derden, met name voor iedereen die over dergelijke boeken of bescheiden zou beschikken.
De controlerende personeelsleden beschikken over een speciaal toegangsrecht, eventueel mits machtiging van de politierechter. Een machtiging is niet nodig indien uit vrije wil toegang wordt verleend. Het spreekt voor zich dat in dit verband geen enkel misbruik vanwege de controlerende personeelsleden kan worden aanvaard.
Art. 9 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 10 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 11 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 12 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 13 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
goedkeuren Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Frank Cornitensis Kristien Treunen Willy Bex Ilse Bosmans Ronald Kenis Mathy Vanbrabant Eric Martens Marina Scholts Ellen Punie Marc Weeghmans Nicky Plaisier Luc Knuts Els Robeyns Gerda Missotten Gerry Briers Benny Maes Sandra Jans Stijn Vandersmissen Stéphanie Billen aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2024 ten voordele van de gemeente een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de dragende verticale constructies en masten met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op het grondgebied van de gemeente bevinden.
Art. 2 Voor de toepassing van dit reglement moet er onder verticale constructie worden verstaan, elke individuele op zichzelf staande verticale structuur, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht is op het niveau van het maaiveld en die hoofdzakelijk dient als draagstructuur voor lichtinstallaties, geluidsinstallaties, transport van energie, ...
Art. 3 De belasting is verschuldigd door de eigenaar - rechtspersoon of natuurlijke persoon - van de dragende constructie of mast op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 4 De belasting wordt vastgesteld op een vast bedrag van 2.500 euro per jaar per mast of constructie.
Vrijstelling wordt verleend voor constructies die gebruikt worden :
- om groene stroom of windenergie op te wekken.
- door VZW's voor de uitbating van het maatschappelijk doel van hun vereniging zijnde het beoefenen van sportieve activiteiten, recreatie, enz.
- door openbare besturen en andere openbare instellingen.
Art. 5 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem/haar, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de er in vermelde datum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier ontvangen heeft, is er toe gehouden uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het aanslagjaar een aangifteformulier aan te vragen.
Art. 6 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vermelde termijn of bij onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast.
In geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens waarover de administratie beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd alsook het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving door het college, om zijn/haar opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Art. 7 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve gevestigde belasting wordt verhoogd met 10% en samen ingekohierd met de hoofdsom.
Art. 8 De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 10 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bewaar schift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 11 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 12 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Goedkeuring Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Gerry Briers Kristien Treunen Ellen Punie Nicky Plaisier Frank Cornitensis Willy Bex Els Robeyns Luc Knuts Mathy Vanbrabant Ronald Kenis Eric Martens Ilse Bosmans Marina Scholts Benny Maes Marc Weeghmans Gerda Missotten Sandra Jans Stéphanie Billen Stijn Vandersmissen aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor een termijn, die eindigt op 31 december 2024 inbegrepen, een indirecte belasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur, van allerlei administratieve stukken.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
Deze verordening is niet toepasselijk op het afleveren van stukken die onderworpen zijn aan de betaling van een bijzonder recht ten voordele van de gemeente krachtens een wet, een algemeen of provinciaal reglement of een bijzonder gemeentelijk reglement.
Art. 2 Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt :
I IDENTITEITSDOCUMENTEN |
| ||
A. Normale procedure | Kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in art. 1 eerste lid, 1° | € 19,10
| € 2,00
| € 21,10
|
Elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, bedoeld in art. 1, eerste lid, 3° | € 7,70
| € 0,00
| € 7,70
|
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, f tot i | € 19,10 | € 2,00 | € 21,10 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, a tot en met e | € 19,60
| € 2,00
| € 21,60
|
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar. A-kaart, B-kaart, K-kaart, L-kaart | € 10,70 | € 2,00 | € 12,70 |
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar. EU-kaart, EU+ -kaart, F-kaart, F+ -kaart, M-kaart | € 7,70 | € 2,00 | € 9,70 |
B. Spoedprocedure met levering in de gemeente | kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in art. 1, eerste lid, 1° en 2° | € 116,40 | € 2,00 | € 118,40 |
Elektronische identiteitskaarten voor Belgische kinderen onder twaalf jaar, bedoeld in art. 1, eerste lid, 3° | € 105,00
| € 0,00 | € 105,00
|
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, f tot i | € 116,40 | € 2,00 | € 118,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het rijk verblijven, bedoeld in art. 1, eerste lid, 4°, a tot e, m en n
| € 116,40 | € 2,00 | € 118,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar. A-kaart, B-kaart, K-kaart, L-kaart | € 116,40 | € 2,00 | € 118,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar. EU-kaart, EU+ -kaart, F-kaart, F+ -kaart, M-kaart | € 105,00 | € 2,00 | € 107,00 |
C. Spoedprocedure met gecentraliseerde levering bij FOD Binnenlandse Zaken |
|
|
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in art. 1, eerste lid, 1° en 2° | € 153,30 | € 2,00 | € 155,30 |
Elektronische identiteitskaarten voor Belgische kinderen onder 12 jaar, bedoeld in art. 1, eerste lid, 3° | € 141,90 | €0,00 | € 141,90 |
F. Attest van immatriculatie |
|
|
|
attest van immatriculatie | € 0,80 | € 2,00 | € 2,80 |
II REISPASPOORTEN | |||
BELGEN | |||
A. Normale procedure | Kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL |
Volwassenen | € 65,00 | € 5,00
| € 70,00 |
Kinderen tot 18 jaar | € 35,00 | € 0,00 | € 35,00 |
B. Spoedprocedure | Kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL |
Volwassenen | € 240,00 | € 5,00
| € 245,00 |
Kinderen tot 18 jaar | € 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
C. Super dringende procedure | € 300,00 | € 5,00 | € 3,00 |
NIET BELGEN |
|
|
|
RD VLUCHTELINGEN |
|
|
|
A. Gewone procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke belasting
| TOTAAL |
Meerderjarig | € 61,00 | € 5,00 | € 66,00 |
Minderjarig | € 41,00 | € 0,00 | € 41,00 |
B. Dringende procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 230,00 | € 5,00 | € 235,00 |
Minderjarig | 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
RD VREEMDELINGEN |
|
|
|
A. Gewone procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 61,00 | € 5,00 | € 66,00 |
Minderjarig | € 41,00 | € 0,00 | € 41,00 |
B. Dringende procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 230,00 | € 5,00 | € 235,00 |
Minderjarig | € 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
RD STAATSLOZEN |
|
|
|
A. Gewone procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belasting | TOTAAL |
Meerderjarig | € 61,00 | € 5,00 | € 66,00 |
Minderjarig | € 41,00 | € 0,00 | € 41,00 |
B. Dringende procedure | Kostprijs | Gemeen- telijke Belating | TOTAAL |
Meerderjarig | € 230,00 | € 5,00 | € 235,00 |
Minderjarig | € 210,00 | € 0,00 | € 210,00 |
III VOORNAAMSVERANDERING |
|
|
|
Voornaamsverandering |
| € 50,00 | €50,00 |
Transgenders |
| € 5,00 | € 5,00 |
IV RIJBEWIJZEN |
|
|
|
| Kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL |
Rijbewijzen bankkaartmodel | €20,00 | € 5,00 | € 25,00 |
Internationaal rijbewijs | €16,00 | € 4,00 | € 20,00 |
V HUWELIJKSBOEKJES | |||
| Kostprijs | Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL |
Huwelijksboekje inclusief belasting op het in het huwelijksboekje voorkomend huwelijksgetuigschrift |
| € 8,00 | € 8,00 |
VI AFLEVEREN /WEIGEREN CONFORMITEITSATTEST AAN NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN DIE HET ATTEST HEEFT AANGEVRAAGD | |||
|
| Gemeen-telijke Belasting | TOTAAL |
Voor een zelfstandige woning |
| € 62,50 | € 62,50 |
Voor een kamerwoning te verhogen met 12,50 € per kamer met een maximum van 1.250 € per gebouw |
| € 12,50 € 1.250
| € 12,50 € 1.250 |
VII AFLEVEREN DOCUMENTEN BETREFFENDE HET INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER | |||
Bestuurderspas individueel bezoldigd €23,43 €0,00 €23,43 personenvervoer |
Art. 3 De belasting wordt ingevorderd bij het afleveren van het document. De personen die onderworpen zijn aan de belasting zijn eveneens verplicht er het bedrag van in bewaring te geven op het ogenblik van de aanvraag, indien het document niet onmiddellijk kan afgeleverd worden.
Er wordt kosteloos een ontvangstbewijs van de in bewaring gegeven sommen afgeleverd.
Art. 4 Contantbelastingen worden onmiddellijk geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs (art. 5, §1van het Decreet). De contantbelasting is onmiddellijk eisbaar. Het bezwaarschrift tegen een contantbelasting moet, conform artikel 9, §1 van het decreet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.
Art. 5 Als de contantbelasting niet kan worden geïnd, wordt de belasting een kohierbelasting: ze wordt dit door opname in een kohier en krijgt vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet (art. 4, §5 van het decreet).
Art. 6 Worden van de belasting vrijgesteld :
a. De stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd ;
b. de stukken die afgeleverd worden aan behoeftige personen, de behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd ;
c. de machtigingen aangaande godsdienstige of politieke manifestaties ;
d. de machtigingen aangaande activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de gemeente ;
e. de stukken die afgeleverd worden aan de gerechtelijke of administratieve overheden, alsook aan instellingen van openbaar nut ;
f. de mededeling van inlichtingen door de politie aan verzekeringsmaatschappijen omtrent het gevolg dat gegeven werd in verband met verkeersongevallen op de openbare weg.
g. de getuigschriften van goed zedelijk gedrag afgegeven door de gemeentebesturen om gevoegd te worden bij een aanvraag van een door de regering ingestelde eervolle onderscheiding
h. geldigverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de NMBS, de NMVB en openbare autobusdiensten ;
i. afgifte van nationaliteitsbewijzen aan de kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen ;
j. de al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen, pas afgestudeerd, laatstejaarsstudenten, leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs en werkzoekende personen van wie het enige inkomen het bestaansminimum is, die bescheiden nodig hebben wanneer ze voor een betrekking solliciteren. Wel is het zo dat de belanghebbenden zelf het bewijs dienen te leveren dat ze voor de vrijstelling in aanmerking komen en dat de bescheiden waarvoor
ze de belastingvrijstelling vragen, bij het solliciteren nodig zijn.
k. inlichtingenformulier naar aanleiding van de verkoop van onroerende goederen :Federale Overheidsdienst Financiën – aankoopcomité.
Art. 7 De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens art. 13 van de wet van 04.07.1956 en het K.B. dd. 20.12.1972 en 12.11.1976.
Art. 8 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 9 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 10 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 11 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2024 voor het opstellen van een foorinrichting die onderworpen is aan een standplaatsrecht een belasting geheven van € 0,50 per m² en € 2,50 per lopende meter ter gelegenheid van Sint-Jan-kermis, met een minimum van €25,00.
Dit minimum wordt, voor wat betreft de autoscooters, gebracht op € 200,00 voor Sint-Jan-kermis.
Echter zal, indien dit wenselijk wordt geacht, het schepencollege kunnen overgaan tot het toewijzen der standplaatsen bij middel van een openbare onderschrijving op basis van het bovenvermeld standplaatsrecht.
Art. 2 De personen die een foorinrichting willen opstellen en over een abonnement beschikken of een standplaats voor 1 jaar toegewezen kregen zullen onmiddellijk het bedrag van het vastgestelde standplaatsrecht als waarborg moeten storten :
- via het ontvangen overschrijvingsformulier vanwege de gemeente op haar financiële rekening, of
- in handen van de gemeenteontvanger of diens afgevaardigde, die hun hiervan kwijting geeft.
Het niet betalen dezer waarborg vernietigt de gegeven toelating.
Art. 3 Contantbelastingen worden onmiddellijk geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs (art. 5, §1).
De contantbelasting is onmiddellijk eisbaar.
Het bezwaarschrift tegen een contantbelasting moet, conform artikel 9, §1, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.
Art. 4 Als de contantbelasting niet kan worden geïnd, wordt de belasting een kohierbelasting: ze wordt dit door opname in een kohier en krijgt vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet (art. 4, §5).
Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 5 De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Behalve de elementen vermeld op het kohier moet het aanslagbiljet alle noodzakelijke gegevens bevatten om de belastingschuldige toe te laten gebruik te maken van zijn bezwaarrecht. Het decreet vermeld in artikel 4, §3:
1° de verzendingsdatum van het aanslagbiljet;
2° de uiterste betalingsdatum;
3° de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd.
Gezien een hoorzitting voortaan enkel georganiseerd wordt indien een belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger erom heeft gevraagd in zijn bezwaarschrift (zie art. 9, §4), is het nodig dat deze mogelijkheid wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Art. 6 De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger)kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contact inning.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend en worden gemotiveerd. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Art. 7 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 8 Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
De raad beslist:
Art. 1
Er wordt voor het aanslagjaar 2024 ten voordele van de gemeente Wellen, 50 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen ingevoerd door het decreet van 22 december 1995 betreffende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald Hoofdstuk VIII, afdeling 2 en latere wijzigingen en overgenomen door het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13/12/2013, zoals gewijzigd.
Art. 2
De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Art. 3
Een afschrift van deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Art. 4
Dit besluit wordt vóór 01.03.2024 per aangetekende brief verstuurd naar :
Agentschap Vlaamse Belastingdienst
Mevr. Els Slagmulder
Dienst financiële opvolging
Koning Albert II-laan 35 bus 62
1030 Brussel
De raad beslist:
Art. 1
Er wordt voor het aanslagjaar 2024 ten voordele van de gemeente Wellen, 50 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarloosde bedrijfsgebouwen.
Art. 2
De gemeente doet een een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen
Art. 3
Een afschrift van deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Art. 4
Dit besluit wordt vóór 01.03.2024 per aangetekende brief verstuurd naar :
Agentschap Vlaamse Belastingdienst
Dienst financiële opvolging
Koning Albert II-laan 35 bus 62
1030 Brussel
De raad beslist:
Art. 1 : Voor een termijn eindigend op 31.12.2024 worden volgende retributies geheven:
a) Voor de ophaling aan huis van huisvuil moet gebruik worden gemaakt van reglementaire huisvuilzakken. Voor de tweewekelijkse ophaling van het huisvuil worden de grijze plastiekzakken geleverd aan:
- € 1,25 per zak van 44 liter oftewel € 12,50 per rol van 10 zakken
- € 0,625 per zak van 22 liter oftewel € 6,25 per rol van 10 zakken
b) Er wordt een retributie aangerekend voor inzameling van gft-afval door middel van een GFT-sticker. De prijs van de GFT-sticker wordt vastgesteld als volgt:
- GFT-container van 40 liter: sticker van € 10
- GFT-container van 120 liter: sticker van € 25
c) Voor de inzameling aan huis van pmd-afval moet gebruik worden gemaakt van pmd-zakken. Voor de tweewekelijkse ophaling van PMD worden deze zakken aangeboden aan:
- € 0,15 per zak van 60 liter of € 3,00 per rol van 20 zakken van 60 liter
- € 0,3 per zak van 120 liter of € 3,00 per rol van 10 zakken van 120 liter (voor scholen + verenigingen)
d) Voor de inzameling van textiel moet gebruik gemaakt worden van textielzakken.
Voor de 2 wekelijkse ophaling van textiel worden deze zakken aangeboden aan : 1 euro per rol van 10 zakken.
e) Op het afleveren van de toegelaten huishoudelijke afvalfracties in het gemeentelijk recyclagepark, gelegen te Smissebroekstraat 68, worden volgende retributies geheven :
* autobanden: - diameter kleiner of gelijk aan 85 cm: € 2,50 per stuk
- diameter groter dan 85 cm: € 12,50 per stuk.
* snoeihout : - levering in containerpark : gratis
- ophaling door de Technische Dienst: € 10,00 per m³
* gemengd groenafval : - € 20,00 per m³
en gazonmaaisel - tot en met 0,5m³ : € 10,00
* vervuild piepschuim: - € 15,00 per m³
en EPS - tot en met 0,5 m³: € 7,50
* grofvuil : - 15 euro per m³
- tot en met 0,5 m³ : 7,5 euro
- verboden om gesloten zakken in de containers te gooien
Via weegbrug op het containerpark gelden volgende tarieven :
* steengruis (zuiver en gemengd bouwpuin) : 0,01/kg
* gemengd houtafval : 0,01/kg
!! salons worden geweigerd op het recyclagepark, deze zijn alleen mee te geven met ophaling aan huis via het systeem van de grofvuilstickers ---> via Limburg.net
* zuivere matrassen mogen gratis geleverd worden op het containerpark.
* asbestafval :
Asbest moet steeds verplicht verpakt worden aangeleverd in een van onderstaande verpakkingen:
buisfolie: € 1/ stuk buisfolie van +/- 2,5 m (geschikt voor het verpakken van asbestplaten). Er kunnen maximum 15 stuks per aankoop gekocht worden.
mini-bag: € 1/stuk. Er kunnen maximum 15 stuks per aankoop gekocht worden.
Een set beschermingsmateriaal voor 2 personen kan aangekocht worden aan € 10/stuk Dit kan enkel aangekocht worden ingeval van aankoop buisfolie of mini-bag en er wordt maximaal 1 set beschermingsmateriaal per aankoop van buisfolie of mini-bag verkocht.
Voor de huis-aan-huisophaling van asbestafval geldt het apart reglement betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags zoals vastgesteld door de gemeenraad op 23.12.2022 of via asbestcontainers vanaf 01.01.2023
f) Kosten voor de afvoer en verwerking van eventueel verontreinigde grond afkomstig van openbaar domein en in opdracht van particulieren : € 70,00 per m³
g) kosten voor ophaling van steenpuin (zuiver of gemengd) door de Technische dienst : € 15,00/m3.
Het aantal containers wordt beperkt tot maximaal 3 containers per adres per jaar.
h) Kosten voor de afvoer en verwerking van landbouwplastiek : € 151,25 per ton.
De inzameling gebeurt door de plaatsing van een container bij de betrokken landbouwer. Na de afvoer en weging bij de verwerkingsfirma wordt de prijs vastgesteld en een factuur opgemaakt.
h) Verkoop compostbak in kunststof : € 60,00 per stuk
Verkoop compostvat in kunststof : € 30,00 per stuk
MODALITEITEN
De verkoop van compostrecipiënten wordt geregeld volgens de modaliteiten hierna bepaald:
Compostrecipiënten worden rechtstreeks geleverd bij de gemeente en voorgefinancierd door Limburg.net.
Limburg.net stelt individuele facturen op aan de hand van een lijst en verklaart deze ‘voor voldaan’.
LEVERINGEN EN BEHEER
De compostrecipiënten worden besteld bij Limburg.net.
Het gemeentebestuur beheert de compostrecipiënten als een goede huisvader.
Limburg.net maakt per gemeente een rekening aan bij Belfius.
Limburg.net bezorgt aan de gemeente voorgedrukte overschrijvingsformulieren.
- Na verkoop aan de inwoners betaalt de gemeente de verkochte compostbakken en -vaten op de Belfiusrekening.
- De inwoner betaalt in het containerpark met bankcontact de compostbakken en -vaten bij de aankoop.
- De parkwachter houdt volgende informatie bij voor iedere aankoop :
* datum van aankoop;
* naam;
* adres;
* aantal verkochte compostbakken en/of -vaten.
BETALINGSWIJZE
Het gemeentebestuur zorgt voor een adressenlijst van de personen en het aantal recipiënten dat zij hebben gekocht.
Het gemeentebestuur volgt de betalingen van de compostrecipiënten op via Belfiusweb.
Het gemeentebestuur zorgt voor het nazicht van de rekening en het opmaken van een leveringslijst.
Op 31 december van elk jaar wordt de voorraad geteld en deze inventaris wordt aan Limburg.net bezorgd.
Ook worden de al betaalde, maar nog niet afgehaalde of geleverde recipiënten doorgegeven aan Limburg.net.
Art. 2 De toegang tot het gemeentelijk recyclagepark is enkel mogelijk voor inwoners van de gemeente Wellen met behulp van hun eID kaart. Inwoners van andere gemeenten dan Wellen hebben geen toegang tot het recyclagepark, ter plaatse Smissebroekstraat 68. Hierop zal streng toezicht uitgeoefend worden.
Art. 3 Alle betalende fracties dienen contant betaald te worden op het recyclagepark tegen afgifte van een kwitantie, afgeleverd door de toezichthoudende parkwachter. Er worden geen facturen uitgeschreven voor deze afvalstoffen aangeleverd op het recyclagepark.
De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het recyclagepark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende retributie.
Art. 4 Het gemeentebestuur zal haar inwoners in kennis stellen van de plaatsen en modaliteiten waar huisvuilzakken, pmd-zakken, gft-stickers, gft-zakken en grofvuilstickers, verpakkingsmateriaal voor asbest kunnen bekomen worden tegen betaling van de vastgelegde retributie.
Art. 5 Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud, met ingang van 01/05/2023.
Art. 6 Dit raadsbesluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet.
Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet verzonden aan de provinciegouverneur.
Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:
• LIMBURG.NET;
• de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
• het Departement Omgeving, Afdeling Handhaving en/of de Vlaamse Minister van Leefmilieu;
goedkeuren Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Gerda Missotten Mathy Vanbrabant Willy Bex Benny Maes Eric Martens Frank Cornitensis Ronald Kenis Ilse Bosmans Luc Knuts Gerry Briers Nicky Plaisier Marina Scholts Els Robeyns Kristien Treunen Marc Weeghmans Ellen Punie Stéphanie Billen Stijn Vandersmissen Sandra Jans aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Jaarlijks worden gratis huisvuilzakken ter beschikking gesteld, als volgt :
- aan de gezinnen met kinderen van minder dan 2 jaar vastgesteld op datum van de aanvraag :
per kind jonger dan 2 jaar: 20 kleine huisvuilzakken
- aan incontinenten, op basis van de voorlegging van een medisch attest - aan de beambte(n) ter
vertrouwelijke behandeling hiervoor aangesteld door het bestuur : 60 grote huisvuilzakken.
- aan patiënten die thuis een dialysebehandeling ondergaan, op basis van de voorlegging van een
medisch attest – aan de beambte(n) ter vertrouwelijke behandeling hiervoor aangesteld door het
bestuur : 160 grote huisvuilzakken.
- aan stomapatiënten, op basis van de voorlegging van een medisch attest – aan de beambte(n) ter
vertrouwelijke behandeling hiervoor aangesteld door het bestuur : 60 kleine huisvuilzakken.
In geval van blijvende letsels die recht geven op gratis huisvuilzakken, volstaat het om éénmalig een medisch attest te bezorgen waarin het onomkeerbaar karakter van het letsel wordt erkend. Het attest zal door de beambte die aangesteld werd door het bestuur ter vertrouwelijke behandeling, bewaard worden
Art. 2 Een jaarlijkse financiële tussenkomst vanwege de gemeente t.b.v. € 12,40 wordt geleverd aan de gezinnen met 3 en meer kinderen fiscaal ten laste op 01.01.2024. In principe automatisch via de kruispuntbank, zo niet via overschrijving.
De raad beslist:
Art. 1 Voor een termijn eindigend op 31 december 2024 wordt een retributie geheven bij de aflevering van de machtiging tot organisatie van een manifestatie voor de gevallen waarin de inwoners op de hoogte moeten gebracht worden van gewijzigde verkeersmaatregelen.
Art. 2 Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op € 12,39 voor de kosten van de berichtgeving.
Art. 3 Deze retributie is verschuldigd door de organisator van de manifestatie.
Art. 4 Bij gebrek aan betaling zal de retributie ingevorderd worden overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Art. 5 Deze beslissing zal aan het toezicht van de hogere overheid onderworpen worden.
De raad beslist:
Art. 1 De toelage in de werkingskosten van de oudercomités van de scholen wordt als volgt vastgesteld :
1. oudercomité De Eik 868 X 229/558 = € 356,22
2. oudercomité De Bron 868 X 258/558 = € 401,33
3. oudercomité Basissch. Ulbeek 868 X 71/558 = € 110,44
Art. 2 Overeenkomstig artikel 9 van voormelde wet van 14 november 1983 worden hoger vernoemde verkrijgers vrijgesteld van de verantwoording van de aanwending der toelagen, onverminderd artikels 3 en 7 van voornoemde wet.
De raad beslist:
Art. 1 De gemeentelijke dotatie 2024 aan de PZ Kanton Borgloon wordt vastgesteld op € 590 910,43.
Art. 2 Deze bijdrage wordt voorzien in de begroting 2024, onder registratiesleutel MJP000515.
Art. 3 In het kader van art. 252 en 253 van het gemeentedecreet houdende het algemeen bestuurlijk toezicht zal deze beslissing over gemaakt worden aan Provincie Limburg - Dienst Federale Taken (federaaltoezicht@limburg.be).
Goedkeuren Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Ronald Kenis Willy Bex Stéphanie Billen Stijn Vandersmissen Benny Maes Mathy Vanbrabant Marc Weeghmans Els Robeyns Ilse Bosmans Luc Knuts Frank Cornitensis Marina Scholts Nicky Plaisier Eric Martens Kristien Treunen Ellen Punie Gerda Missotten Sandra Jans Gerry Briers aantal voorstanders: 18 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Er wordt een gezamenlijke, gemotiveerde aanvraag ingediend bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie betreffende de defusie van politiezone Kanton Borgloon en de toetreding van de gemeenten Wellen en Heers en Stad Borgloon tot politiezone Tongeren-Herstappe per 1 januari 2025.
Art. 2 De raad gaat over tot de vaststelling van
● de inventaris van de roerende goederen die worden overgedragen
● de regeling betreffende de overname van de lopende geschillenprocedure
● de naamlijst van de personeelsleden die worden overgeheveld.
Art. 3 Het personeel, de goederen en activa en passiva van de huidige politiezone Tongeren-Herstappe zullen integraal naar de betreffende nieuwe, hierboven omschreven politiezone overgaan.
De raad beslist:
Art. 1 het gezamenlijk organogram voor gemeente en OCMW wellen wordt vanaf heden vastgesteld als volgt:
Art. 2 De personeelsformatie voor gemeente-en OCMW Wellen wordt vanaf heden vastgesteld als volgt:
| VTE | Stat/cont | salarisschaal | GEMEENTE/OCMW |
Wettelijke graden |
|
|
|
|
1 algemeen directeur | 1 | Decretale graad |
| gemeente |
1 financieel directeur | 1 | Decretale graad |
| gemeente |
|
|
|
|
|
Administratieve graden |
|
|
|
|
1 afdelingshoofd ruimte | 1 | contractueel | Ax ws 4a,b | gemeente |
1 afdelingshoofd welzijn | 1 | statutair | Av ws 1,2,3 | OCMW |
1 afdelingshoofd strat&orga | 1 | contractueel | Av ws 1,2,3 | gemeente |
1 omgevingsambtenaar ruimte | 1 | contractueel | Av ws 1,2,3 | gemeente |
1 omgevingsambtenaar milieu | 1 | statutair | Av ws 1,2,3 | gemeente |
1 diensthoofd kinderdagverblijf | 0.5 | statutair | BV1-BV3 ws 1,2,3 | OCMW |
| 0.25 | contractueel | BV1-BV3 ws 1,2,3 | OCMW |
1 deskundige personeel | 1 | Contractueel | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
1 deskundige sport/vrije tijd | 1 | statutair | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
2 deskundige financiële dienst | 1.5 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
1 deskundige aankoper | 1 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
4 deskundigen maatschappelijk werk | 3.5 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | OCMW |
1 centrumleider dienstencentrum | 0.5 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | OCMW |
1 meewerkend diensthoofd bevolking | 1 | contractueel | Cx ws 4,5 of Bv ws1, 2, 3 | gemeente |
14 administratief medewerkers | 12.6 | contractueel | Cv ws 1,2,3 | gemeente |
1 administratief medewerker | 1 | contractueel | Cv ws 1,2,3 | OCMW |
1 administratieve assistent | 1 | Statutair (uitdovend) | Dv ws 1,2,3 | gemeente |
9 kinderbegeleiders | 6,3 | contractueel | IFIC | OCMW |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Technische graden |
|
|
|
|
1 deskundige openbare werken | 1 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
1 controleur der werken | 1 | Statutair (uitdovend) | Cx ws 4,5 | gemeente |
1 ploegbaas | 1 | Statutair (uitdovend) | Dx ws 4,5 | gemeente |
1 ploegbaas | 1 | contractueel | Cv ws 1,2,3 | gemeente |
1 adjunct ploegbaas | 1 | contractueel | Dx ws 4,5 | gemeente |
16 geschoolde arbeiders | 16 | contractueel | Dv ws 1,2,3 | gemeente |
1 niet geschoolde arbeiders | 1 | Contractueel (uitdovend) | Ev ws 1,2,3 | gemeente |
2 Logistiek assistenten onderhoud | 1 | Statutair | Ev ws 1,2,3 | gemeente |
4 Logistiek assistenten onderhoud | 2 | contractueel | Ev ws 1,2,3 | gemeente |
1 Logistiek assistent onderhoud | 0.65 | contractueel | Ev ws 1,2,3 | OCMW |
1 Logistiek assistent keuken | 0.5 | contractueel | Ev ws 1,2,3 | OCMW |
|
|
|
|
|
Bibliotheek |
|
|
|
|
1 bibliothecaris | 1 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
1 bibliotheekassistent | 0.26 | Statutair (uitdovend) | Cv ws 1,2,3 | gemeente |
1 bibliotheekassistent | 0,5 | contractueel | Cv ws 1,2,3 | gemeente |
Niet opgenomen in personeelsformatie (projectwerk ikv samenwerkingsverband)
Administratieve graden |
|
|
|
|
1 deskundige preventie extern | 0.80 | contractueel | Bv ws 1,2,3 | gemeente |
Goedkeuren Chiel Herbots Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Els Robeyns Gerda Missotten Marc Weeghmans Nicky Plaisier Stijn Vandersmissen Kristien Treunen Frank Cornitensis Mathy Vanbrabant Stéphanie Billen Ellen Punie Ilse Bosmans Luc Knuts Ronald Kenis Eric Martens Benny Maes Marina Scholts Willy Bex Gerry Briers Sandra Jans Frank Cornitensis Els Robeyns Stéphanie Billen Gerda Missotten Marina Scholts Marc Weeghmans Mathy Vanbrabant Sandra Jans Nicky Plaisier Luc Knuts Ilse Bosmans Kristien Treunen Gerry Briers Ellen Punie Stijn Vandersmissen Eric Martens Ronald Kenis Willy Bex Benny Maes aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad beslist:
Art. 1 Het ontwerp RUP aanpassing BPA Zonevreemde bedrijven voorlopig vast te stellen, inhoudende een toelichtingsnota, stedenbouwkundige voorschriften, procesnota, plannen bestaande juridische toestand, grafische plannen en plancompensaties.
Art. 2 Het schepencollege wordt gelast met het organiseren van het openbaar onderzoek gedurende 60 dagen conform de geldende wetgeving.
De raad beslist:
Art. 1 Goedkeuring te verlenen aan de overeenkomst tot oprichting van de interbestuurlijke vereniging Lokale actiegroep Haspengouw Zuidwest.
Art. 2 De statuten zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit worden goedgekeurd.
De raad beslist:
Art. 1 De samenwerkingsovereenkomst met de stad Sint-Truiden voor het deponeren van archeologische ensembles in het GAZO-depot zoals gevoegd als bijlage goed te keuren.
Art. 2 Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de verdere uitvoering van de overeenkomst.
Art. 3 Een afschrift van dit besluit en het ondertekende exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt voor verder gevolg bezorgd aan de depotbeheerder.
Het raad beslist:
Art. 1 De gemeente Wellen adviseert positief inzake de invoering van een maximaal toegelaten snelheid van 50km/u te N754 Langstraat tussen Kmp 2.1000 en Kmp 2.700.
De raad beslist:
Art. 1 De gemeenteraad keurt de verlenging goed van de projectvereniging 'Bijzig' tot 31/12/2024.
Art. 2 De gemeenteraad keurt de statuten goed van de projectvereniging 'Bijzig' voor de duur van 5 jaar (van 1/1/2025 tot 31/12/2029).
Art. 3 Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikels 326 tot en met 334) Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.
De raad beslist:
Art. 1 : De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 24.11.2023 goed te keuren.